Uit onderzoek blijkt dat het niet de borstvoeding is die een kind slimmer maakt, maar juist de opvoeding en de tijd die met het kind wordt doorgebracht.

Diverse studies hebben in de loop der jaren aangetoond dat baby’s die borstvoeding krijgen, een hoger IQ hebben en later beter presteren op school dan zuigelingen zonder borstvoeding. Maar waar dat door komt, is altijd onduidelijk gebleven. Nieuw onderzoek van sociologen van de Brigham Young University geeft hierop een mogelijk antwoord.

Emotionele signalen

Volgens de sociologen is het niet de borstvoeding die de kinderen slimmer maakt. Het zijn twee ouderlijke vaardigheden van de moeders die borstvoeding geven. Moeders die borstvoeding geven, zijn eerder geneigd om in te spelen op de emotionele signalen van de kinderen en zijn ook eerder geneigd om voor te lezen aan de kinderen vanaf negen maanden oud.

De onderzoekers concluderen dat na 7500 moeders en hun kinderen te hebben bestudeerd vanaf hun geboorte tot aan hun vijfde levensjaar. De moeders kregen een installatie in huis die onder andere video-opnames maakte en bijvoorbeeld registreerde hoe vaak zij voorlazen aan hun kinderen. Daaruit kwam naar voren dat kinderen die zes maanden of langer borstvoeding kregen, uiteindelijk beter konden lezen dan kinderen die dat niet hadden gekregen. Maar ook zagen de onderzoekers dat de moeders van deze kinderen meer inspeelden op de emotionele signalen van het kind.

Huismoeders

Maar wat is nou het verband tussen borstvoeding en voorlezen? De onderzoekers zagen dat de vrouwen die hun kinderen zes maanden of langer borstvoeding gaven vaak ook in de positie waren om veel tijd met het kind door te brengen. Dit waren bijvoorbeeld de huismoeders die niet of weinig werkten.

Er zijn echter ook alleenstaande moeders die veel moeten werken om rond te kunnen komen. Zij hebben minder tijd om bijvoorbeeld voor te lezen, zes maanden lang borstvoeding te geven en continu op het kind te reageren.

Carrièretijgers

Volgens de onderzoekers heeft het IQ van het jonge kind vooral te maken met de ouderlijke vaardigheden, de opvoeding en de tijd die met het kind wordt doorgebracht. Natuurlijk is dat niet altijd het geval; er zijn ook kinderen die gewoonweg veel moeite hebben met leren. Maar volgens de onderzoekers speelt de opvoeding wel degelijk een belangrijke rol.

Carrièretijgers hoeven zich echter niet meteen schuldig te gaan voelen. Het voorlezen en de emotionele signalen oppikken hoeven niet per definitie door de moeder te worden gedaan. Zo zouden ook scholen kunnen bijdragen aan deze belangrijke punten tijdens de ontwikkeling van het kind.

Bronnen: Journal of Pediatricts, Brigham Young University

Beeld: Brigham Young University