Waarom koelt de aardkern zo langzaam af?

KIJK-redactie

13 juli 2012 16:00

Aarde cutaway

Vanbinnen is de aarde nog steeds behoorlijk heet. Hoe kan dat, na miljarden jaren ‘afkoeltijd’?

Toen de aarde net bestond, was ze een gloeiende bol gesteente. In de loop der tijd is dat gesteente afgekoeld, waardoor we nu op de buitenste schil van onze aardbol kunnen leven. Maar van binnen is de aarde inderdaad nog erg heet: op 4 kilometer diepte zit je op de meeste plaatsen al rond de 100 graden Celsius. De temperatuur van de binnenkern is niet exact bekend, maar ligt ergens tussen de 4500 en 6500 graden Celsius.

De aarde koelt zo langzaam af omdat gesteente een slechte warmtegeleider is (in landen waar de hitte ’s zomers niet te harden is, hebben de huizen daarom meestal dikke stenen muren). De aarde bestaat echter al zo’n 4,6 miljard jaar, en dat zou toch lang genoeg moeten zijn om alle hitte kwijt te raken – zou je denken.

De temperatuur van de aardkern heeft de gemoederen dan ook flink bezig gehouden. Zo concludeerde de natuurkundige Lord Kelvin in 1862 dat de aarde niet ouder kon zijn dan 400 miljoen jaar: zo lang duurt het om een compleet gesmolten bal steen met het formaat van de aarde af te koelen tot de temperaturen van nu, berekende hij uit de natuurwetten voor warmtetransport. Op de berekeningen leek weinig aan te merken, maar mensen die zich bezig hielden met fossielen en de evolutie wisten eigenlijk wel zeker dat de aarde veel langer moest hebben bestaan.

De oplossing voor deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid kwam met de ontdekking dat in veel gesteenten radioactief materiaal zit, waardoor extra warmte wordt geproduceerd. De aarde koelt dus niet alleen heel langzaam af, maar wordt van binnen ook nog eens extra opgewarmd.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijk.nl!

Tekst: Marlies ten Voorde

Beeld: Shutterstock