KIJK-lezer Rein mailt: “Laatst dineerde ik in een restaurant waar truffels werden geserveerd. Er bleek een behoorlijk prijskaartje aan te hangen. Waarom zou je ze niet kweken?”
De geschiedenis van de truffel is een bijzondere. In de negentiende eeuw werden ze grootschalig verbouwd, vooral in Frankrijk. Er werden speciale bomen geplant (zoals wintergroene eiken, dennensoorten en hazelaars) waar de schimmel zich bij thuis voelde.
Door de succesvolle teelt waren truffels goedkoop, maar in het begin van de twintigste eeuw stopten veel truffelboeren ermee. De truffelproducerende bomen gaan ongeveer dertig jaar mee en net toen de boerderijen hun bomen moesten vernieuwen, brak de Eerste Wereldoorlog uit. De trek naar de steden daarna maakte dat de trufficultuur nooit meer op het oude niveau terugkwam.
Sindsdien zijn truffels een delicatesse met een flink prijskaartje omdat ze in het open veld met getrainde zwijnen en honden moeten worden opgespoord:
De prijs varieert enorm; de zomertruffel die in deze maanden veel wordt verkocht, kost tussen de 150 en 650 euro per kilo, afhankelijk van hoeveel er worden gevonden. Maar de laatste decennia schieten de truffelboerderijen als paddenstoelen uit de grond, dus wie weet zijn ze binnenkort wel weer betaalbaar.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Tekst: Hidde Boersma
Beeld: Shutterstock (truffels), EPA/ANP (vrouw met zwijn)