Waarom zitten archeologische resten bijna altijd onder de grond?

KIJK-redactie

02 september 2019 10:59

archeologische resten

Komt dit doordat de omvang van de aarde toeneemt of is het een gevolg van verplaatsing van materiaal?

Archeologen zijn altijd aan het graven, want resten van het verleden bevinden zich vaak meters onder de grond. Maar betekent dit dat de omvang van de aarde toeneemt, vraagt Peter van Dijk uit Rozenburg zich af, of is het een gevolg van verplaatsing van materiaal?

Dat laatste is het goede antwoord. De wind, het water en de zwaartekracht zijn continu bezig de aarde af te vlakken. Ze eroderen heuvels en gebergten en storten het losgeraakte gesteente in zeeën, meren en andere ‘kuilen’. Dat de aarde nog steeds niet vlak is, komt door de beweging van de tektonische platen die over het aardoppervlak drijven. Waar die aardschollen botsen, ontstaan bergen, en waar ze uit elkaar drijven, ontstaan oceanen. En dat zijn dus weer nieuwe oneffenheden.

Door deze voortdurende verplaatsing van zand en gesteente raakt de aarde op sommige plekken in de loop der tijd bedekt onder een steeds dikkere laag sediment, terwijl op andere plekken juist materiaal verdwijnt. Op de plekken die bedolven raken, blijven fossielen en (pre)historische voorwerpen goed bewaard. Daarom zijn oude rivierbeddingen zulke goede vindplaatsen voor fossielen en archeologische resten.

Deze vraag kon je vinden in KIJK 1/2019.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Laat hem via onderstaand formulier achter.

[contact-form-7 id=”141402″ title=”Vraag antwoord formulier”]

Tekst: Marlies ter Voorde

Beeld: COLIN W/CC BY SA 3.0

KIJK 9/2019Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK