Wat is de snelste manier om Wally te vinden? Een student geeft je het antwoord.
Minutenlang naar plaatjes staren totdat je dat vervelende mannetje met zijn gestreepte mutsje dan eindelijk zag staan. Het gaat hier natuurlijk over Wally uit de bekende kinderboekenserie Waar is Wally?. Maar hoe vind je dit verstopgrage ventje voordat hij je tot waanzin drijft? Een student van de Michigan State University stippelde een zoekroute voor je uit.
Randal Olsen zette eerst alle verstopplekken van Wally op een rijtje.
Randal Olsen, een vierdejaars student in de computerwetenschappen, kon geen kant meer op toen de enorme sneeuwstorm langs zijn huis raasde. Hij had dan ook genoeg tijd om voor eens en voor altijd af te rekenen met Wally. Hij maakte een map met alle posities waar het gestreepte jongetje zich had verstopt sinds de boekenserie in 1987 uit kwam. Deze punten kun je in bovenstaande afbeelding zien.
Vervolgens paste hij statistiek toe om de gebieden in kaart te brengen waar Wally zich het liefste schuil hield. Hieruit bleek dat het mannetje nooit in de linkerhoek stond en dat hij de randen van een plaatje vermeed.
Met een statistische toets, genaamd de Kernel Density estimate, bracht Olsen in kaart waar Wally zich het liefst verstopt.
Hierna zette Olsen een genetisch algoritme – een methode die wordt gebruikt om oplossingen te vinden voor zoekproblemen – in om de meest optimale zoekroute te vinden. En na vijf minuten kreeg de student de beste oplossing voorgeschoteld.
Met het genetisch algoritme vond Olsen binnen no-time de beste zoekroute – de zwarte lijn.
Het beste is als je linksonder begint te zoeken naar Wally. Als hij daar niet te vinden is, zoek je in de rechterbovenhoek. Is de rood-wit gestreepte man hier ook niet, dan moet je je ogen rechts onderin laten rusten. Volgens Olsen heb je het poppetje dan in no-time gevonden. De student heeft overigens liever niet dat zijn theorie wordt gebruikt om het ventje te vinden. Want, zo zegt hij, het plezier van Wally vinden is de reis, niet de eindbestemming.
Bronnen: The Guardian, Wired