Archeologen stonden wel even raar te kijken toen ze op een begraafplaats botten aan het onderzoeken waren: ze vonden de resten van een walrus.
Zo’n 1500 menselijke lichamen werden gevonden op een oude begraafplaats in Londen. Die zijn daar in de negentiende eeuw begraven, soms met meerdere individuen in een kist. In een van die kisten deden archeologen een bizarre ontdekking: tussen de resten van minimaal acht mensen lagen botten van een walrus.
Het is de onderzoekers een raadsel hoe het zeedier in Londen is terechtgekomen, maar ze denken wel te weten waarom het dier op de begraafplaats ligt. Op de negen botfragmenten zitten namelijk beschadigingen die waarschijnlijk zijn aangebracht door nieuwsgierige medische studenten.
Dat de archeologen de studenten verdenken, kan historisch gezien wel kloppen. De begraafplaats werd tussen 1822 en 1854 volgegooid met zo’n 44000 lijken, voornamelijk gestorven door cholera, tyfus of pokken. Binnen die periode valt het jaar 1832, waarin het ontleden van kadavers door medische studenten legaal werd gemaakt. De walrus zou dus best het slachtoffer kunnen zijn geweest van een lesje anatomie.
Bron: LiveScience
Beeld: Joel Garlich Miller, U.S. Fish and Wildlife Service