Walvisbotten werken als geluidsversterker

KIJK-redactie

02 februari 2015 16:00

De schedels van sommige walvissen hebben akoestische eigenschappen die geluid met lage frequenties opvangen en richting hun oren sturen.

Baleinwalvissen kunnen enorm lage geluiden uitstoten. Die geluiden hebben een golflengte die soms nog langer is dan het dier zelf. Daardoor hebben ze last van bepaalde menselijke activiteiten, zoals commerciële scheepvaart, militaire oefeningen en energie-exploraties. Deze activiteiten veroorzaken namelijk geluiden van ongeveer dezelfde golflengtes als de geluiden die ze zelf produceren. De dieren kunnen daardoor mogelijk van minder ver met elkaar communiceren over belangrijke zaken zoals voedsel en partners.

Er is echter weinig bekend over hoe de walvissen horen, waardoor het lastig is om regels vast te stellen om schadelijk geluid te beperken. Wetenschappers hebben daarom een computermodel gemaakt van het hoofd van het dier. Ze baseerden dat op de schedel van een gestrande gewone vinvis. Ze lieten de computer berekenen hoe geluiden door de kop reizen. Zo konden ze zien hoe de verschillende botten trillen door het geluid.

Twee manieren

Er zijn twee manieren waarop geluid naar de botjes in het oor van de gewone vinvis kan reizen. De eerste is door het zachte weefsel. Die methode werkt echter niet als de geluidsgolven te lang zijn. Optie twee is dat het geluid de botten van het dier laat vibreren. Die vibraties versterken de lange golflengtes voordat deze bij het oor uitkomen. Voor de laagste frequenties die baleinwalvissen gebruiken (10 tot 130 hertz) blijkt optie twee tien keer gevoeliger te zijn dan optie een.

De wetenschappers willen nu gaan onderzoeken of de schedels van andere walvissoorten geluid op dezelfde manier geleiden.

Bronnen: PLOS ONE, San Diego State University via EurekAlert!

Beeld: Aqqa Rosing-Asvid – Visit Greenland (Flickr: Finhval)