‘Graffiti’ aangetroffen tijdens nieuwe opgravingen in de Romeinse stad Pompeï zou de beroemde vulkaanuitbarsting twee maanden later in de geschiedenis plaatsen.
Misschien wel ’s werelds bekendste vulkaanramp is het, de uitbarsting van de Vesuvius die in het jaar 79 de Romeinse steden Pompeï en Herculaneum verwoestte. De eruptie, die duizenden mensen het leven kostte, zou volgens de geschiedenisboeken de 24ste van augustus hebben plaatsgevonden. Maar de ontdekking van een houtskoolkrabbel op een van de muren in een nieuw blootgelegd huis zou kunnen betekenen dat we er al die tijd maar liefst twee maanden naast zaten.
Lees ook: ‘Uitbarsting Vesuvius liet hoofden exploderen’
Brief
‘Op de 24ste augustus, ongeveer om één uur ’s middags, maakte mijn moeder hem opmerkzaam op een wolk van ongewone grootte en aanblik’, schreef advocaat Plinius de Jongere in een brief naar Romeinse historicus Tacitus. De ‘hem’ duidt op Plinius’ oom, Plinius de Oudere, die vervolgens vanuit Misenum – het huidige Miseno – naar Pompeï vertrok om zijn landgenoten te hulp te schieten. Hij kwam niet meer terug.
Deze brief, die Plinius de Jongere naar schatting een ruime 20 jaar na de uitbarsting schreef, is een van de belangrijkste redenen dat men de verwoesting van Pompeï en Herculaneum in augustus plaatst. De recente ontdekking van ‘Romeinse graffiti’ spreekt dit echter tegen.
Houtskoolkrabbel
‘De 16e kalenden van november’ is de datum die op de recent ontblote muur staat gekrabbeld. Deze datum – volgens de Romeinse kalender – valt bij ons op 17 oktober. Wat de tekst zo bijzonder maakt, is dat het met houtskool is geschreven. Omdat dat snel zou vervagen door blootstelling aan onder andere licht en lucht moet het relatief rap zijn bedekt. “Het is als het ware geseald door het vulkanische materiaal”, legt klassiek archeoloog Eric Moormann (Radboud Universiteit Nijmegen) uit.
Er werden overigens al eerder ontdekkingen gedaan die niet strookten met een uitbarsting in de zomer. “In stoven werden kooltjes aangetroffen, wat zou kunnen betekenen dat het wat kil was”, vertelt Moormann. “Ook werden resten van mensen met dikke kleding gevonden”. Maar nog interessanter, vindt Moormann, zijn ladders die in een binnentuin tegen fruitbomen zouden hebben gestaan. “Echt herfstvruchten”, vertelt de archeoloog.
Door de jaren
De bevinding betekent niet dat Plinius loog in zijn brief naar Tacitus. “Hij schreef het 20 à 30 jaar na de uitbarsting”, benadrukt Moormann, “Plinius zou zich simpelweg vergist kunnen hebben in de datum”. Daarbij bestaat het origineel van de brief niet meer. “Het kan ook best zo zijn dat er bij het vertalen of overschrijven in al die jaren een foutje is gemaakt.”
Toch blijft het lastig, vindt ook Moormann. Alle ‘bewijzen’ kunnen verschillende kanten op. De stoven zouden ook gebruikt kunnen zijn om eten klaar te maken. Of misschien was het gewoon een koude dag – dat zou ook de dikke kleding verklaren. “Na de uitbarsting ging men op grote schaal terug om bijvoorbeeld achtergelaten spullen op te halen. Het zou dus ook best kunnen zijn dat de uitbarsting wel in augustus plaatsvond, dat iemand in oktober het bericht achterliet, en dat dat toen pas onder puin werd begraven.”
Een bijzondere vondst is de krabbel dus zeker, maar of dit meteen de geschiedenisboeken in gaat, moeten we maar afwachten.
Beeld: MapMaster/Wikimedia CC, EPA/CIRO FUSCO
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!