Warmde komeetinslag de aarde 56 miljoen jaar geleden op?

Marysa van den Berg

17 oktober 2016 16:00

komeetinslag

Tien miljoen jaar na de dood van de dinosauriërs werd de aarde weer geraakt door een ruimtebrok. Het triggerde een wereldwijde opwarming. Dat suggereert althans een controversiële studie.

Zo’n 55,6 miljoen jaar geleden werd het op aarde 5 tot 8 graden Celsius warmer – waarna de temperatuur weer terugkeerde naar normaal. En dat allemaal in het tijdsbestek van maar 100.000 tot 200.000 jaar. Sommige diersoorten vonden tijdens dit Paleoceen-Eoceen temperatuursmaximum (PETM) de dood, maar een andere dierklasse profiteerde volop: de zoogdieren. Zij vonden nieuwe oorden om te leven en evolueerden.

De PETM was waarschijnlijk het gevolg van grote hoeveelheden koolstofdioxide en andere broeikasgassen die de atmosfeer in werden gepompt. Een reeks vulkaanuitbarstingen en een plotselinge methaanuitstoot door de zeebodem worden als de bronnen gezien. Maar geochemicus Morgan Schaller (Rensselaer Polytechnisch Instituut, VS) en zijn collega’s houden er in Science een andere theorie op na: de inslag van een 10 kilometer grote komeet kon de temperatuurstijging hebben getriggerd.

Extreme hitte en extreme druk

De onderzoekers vonden kleine glazen bolletjes in afzettingsgesteenten langs de kust van New Jersey. Deze mineralen, microtektieten genoemd, worden bijna alleen gevormd door extreem hitte en/of extreem hoge druk. Dat is niet waarschijnlijk bij (heftige) vulkaanuitbarstingen, wel bij een hoogenergetische kosmische inslag, laten de onderzoekers weten. Ook bevatten de gevonden fragmenten koollagen, die zijn toe te schrijven aan wijdverspreide bosbranden, zoals die voorkomen na een impact.

De publicatie in Science van het ‘bewijs’ van een komeetinslag 56 miljoen jaar geleden heeft heel wat losgemaakt in de geologie-wereld. Sommige wetenschappers roemen de studie, omdat het een nieuw en spannend scenario toevoegt aan het rijtje mogelijk oorzaken van de PETM. Anderen zetten serieuze kanttekeningen bij de interpretatie van Schaller en zijn team.

Was het wel een grote inslag?

“Dat een inslag de glazen bolletjes heeft gemaakt, daar is vrijwel iedereen het over eens. Maar om de link te maken naar de verspreiding van zoogdieren is wat anders”, zegt Wim van Westrenen, aardwetenschapper aan de VU Amsterdam. “Ten eerste, zou het dan moeten gaan om een grote inslag. Dat kan als de bolletjes afkomstig zijn van een inslag heel erg ver van de vindplaats. Maar anders zou het een kleine inslag moeten zijn geweest, en die levert niet genoeg koolstofdioxide op om de aarde zo ver op te warmen. Ten tweede kunnen de bolletjes helemaal geen uitsluitsel geven over de aard van het inslagmateriaal (komeet of meteoriet).”

Ook zijn er vragen omtrent de datering van de gevonden mineralen, vertelt Van Westrenen. “Het gevaar is altijd dat de bolletjes ouder waren en terecht zijn gekomen in een jongere afzetting. Of dat waarschijnlijk is of niet kan ik niet beoordelen, maar nauwkeurige ouderdomsbepalingen zouden heel erg helpen.”

Ground zero

Bijna 66 miljoen jaar geleden stierven de dinosauriërs uit door de inslag van een meteoriet op het Yucatán-schiereiland in Mexico. Dankzij de uitstervingsgolf konden de zoogdieren, toen nog klein en pietluttig ten opzichte van de grote dino’s, evolueren. Of de Paleo-Eoceen-inslag de boeken in gaat als de tweede grote drijfveer achter de ontwikkeling van zoogdieren blijft nog even de vraag. Pas als er een echte ground zero wordt gevonden, komt daar definitief een antwoord op.

Bronnen: Science (artikel), Science (nieuwsbericht), BBC