Warmden dinoscheten het klimaat op?

KIJK-redactie

07 mei 2012 18:05

Waarschijnlijk waren uitlaatgassen van dinosaurussen de oorzaak van het warme klimaat 250 miljoen tot 65 miljoen jaar geleden. Wetenschappers hebben namelijk berekend hoeveel methaan plantetende dinosaurussen produceerden.

Drie wetenschappers uit Groot-Brittannië kwamen op het idee de methaanuitstoot van dinosaurussen te bepalen. Een van hen, David Wilkinson, zegt: “Als koeien tegenwoordig genoeg methaan produceren om interessant te zijn voor klimaatwetenschappers, hoe zit het dan met dino’s?” Dat is geen gekke vraag, want ongeveer van 250 tot 65 miljoen jaar geleden kwamen plantetende dinosaurussen veel voor. En net als koeien gebruikten ze waarschijnlijk bacteriën om moeilijk verteerbare planten te verwerken, waarbij het broeikasgas methaan vrijkwam.

Maar hoe bereken je de methaanuitstoot van dieren die al miljoenen jaren geleden zijn uitgestorven? Daarbij maakten de onderzoekers gebruik van het gegeven dat dierenfysiologen eerder de methaanuitstoot van verschillende huidige dieren hebben bestudeerd. Daaruit bleek dat je bij berekeningen van de uitstoot alleen het totale gewicht van het dier in kwestie nodig hebt. Een gemiddelde dino-herbivoor als de brontosaurus woog ongeveer 20.000 kilo; evenveel als een kleine potvis. Voor de mondiale uitstoot is het ook handig om te weten hoeveel van deze joekels er rondliepen: dat waren er een paar tot enkele tientallen per vierkante kilometer.

Nattevingerwerk

Op basis van deze gegevens schatten de wetenschappers de methaanuitstoot van dino’s op ongeveer 520 milljoen ton per jaar, ongeveer hetzelfde als de totale uitstoot op de aarde vandaag. Ter vergelijking: onze huidige planteneters (koeien, geiten, giraffen, enzovoort) produceren samen 20 tot 100 miljoen ton per jaar; ruim vijf keer minder dan de dinosaurussen. Volgens de onderzoekers wijst dit erop dat dinosaurusuitlaatgassen een grote invloed kunnen hebben gehad op het klimaat.

“Natuurlijk is het schatten van methaanuitstoot voor dieren die niet meer bestaan een beetje nattevingerwerk”, zegt Wilkinson. Wel vermoeden hij en zijn collega’s dat het methaanniveau in de atmosfeer op andere momenten ook is beïnvloed door dieren. Tijdens het uitsterven van de megafauna, grote prehistorische dieren als de mammoet en de holenbeer, was er bijvoorbeeld minder methaan.

Bronnen: Current Biology, Scripps Research Institute via EurekAlert!

Beeld: Tadek Kurpaski/Wikimedia Commons