De Universiteit van Maine ontwerpt drijvende windturbines voor gebruik ver van de kust, die stabiel moeten blijven tijdens storm.
Windturbines zijn topzware hoge constructies. Deze plaatsen op plekken waar de zee erg diep is en waar wind en golven vrij spel hebben, is nogal een technische uitdaging. Die uitdaging neemt de Universiteit van Maine aan; projectteam DeepCwind ontwerpt drijvende windturbines, die als het goed is niet omvallen tijdens de eerste grote storm.
Waarom windturbines ontwerpen die geschikt zijn voor gebruik ver van de kust als we al land en windturbines voor ondiepe wateren hebben? Het grote nadeel van bestaande turbines is dat ze in het zicht staan. Mensen hebben liever geen windturbine in hun achtertuin of als uitzicht wanneer ze op het strand liggen. Er zijn al meerdere projecten niet doorgegaan omdat werd geprotesteerd tegen ‘zichtvervuiling’. Ook waait de wind harder ver op zee doordat obstakels hem niet afzwakken, iets wat op land wel het geval is.
DeepCwind heeft de eerste drie ontwerpen voor hun turbines vrijgegeven (zie onderstaande afbeelding). Het eerste ontwerp heeft een drijvend platform dat door kabels aan het zeebed is verankerd. Dit is afgekeken van de manier waarop olieplatformen op hun plek worden gehouden. Het tweede ontwerp heeft een holle cilinder onder water die de turbine moet balanceren. Het platform van het laatste ontwerp ligt onder water. Hierdoor drukt water op het platform, wat extra stabiliteit zou moeten brengen.
In Maine staat momenteel een bak met water waarin de drie ontwerpen in miniformaat worden getest. Na deze tests willen de onderzoekers in 2012 een stapje groter gaan en 30 meter hoge prototypes in 120 meter diep water uitproberen. Dit is nog steeds drie keer zo klein als de molens in het echt zouden worden. Uiteindelijk staat voor 2014 een 90 meter hoge turbine op het programma.
Bronnen: NewScientist
Beeld: Tatiana12/cc-by-sa 2.0