Wetenschappers hebben ontdekt hoe de zilvermier zijn hoofd koel houdt in één van de heetste gebieden op aarde.
Zilvermieren (Cataglyphis bombycina) uit de Sahara krijgen overdag wel eens te kampen met 70 graden Celsius. Een siësta zit er dan niet in, want de beestjes zijn vooral actief op het warmste moment van de dag. Zo voorkomen ze dat ze het slachtoffer worden van roofdieren. Om te overleven moet de lichaamstemperatuur van de dieren het grootste deel van de dag onder de 53.6 graden Celsius blijven. Hoe ze de temperaturen konden trotseren was lange tijd een raadsel. Wetenschappers hebben nu ontdekt dat minuscule haartjes het dier helpen om warmte te weerkaatsen en uit te zenden.
De vacht van de mieren helpt hen op twee manieren om koud te blijven. Ten eerste kunnen ze met de haren zichtbaar licht en nabij infraroodlicht reflecteren. Zo neemt de mier niet te veel van de warmte op. Daarnaast zenden de haartjes een heleboel midden-infrarood licht uit. Daardoor kunnen de mieren hun warmte heel effectief uitstralen en loslaten in de koude lucht. Met ‘vacht’ kan het dier daardoor 5 tot 10 graden Celsius kouder blijven dan zonder vacht.
De wetenschappers hopen dezelfde techniek te kunnen gebruiken in het ontwerp van een koelelement. Hiermee zouden ze bijvoorbeeld voertuigen, gebouwen, apparatuur en zelfs kleding koel kunnen houden. Ze willen bovendien vergelijkbare onderzoeken uitvoeren met andere dieren met bijzondere eigenschappen.
Bronnen: Science, Columbia University School of Engineering and Applied Science via EurekAlert!