Nee, het Higgsdeeltje is nog steeds niet gevonden. Maar we weten wel weer wat beter hoe zwaar het is – als het bestaat.
Al een paar weken gonsden er geruchten rond over een op handen zijnde aankondiging rond het befaamde Higgsboson op 13 december. Het Europese deeltjeslab CERN, waar de aankondiging plaats zou vinden, maakte eerder al duidelijk dat het hier niet zou gaan om een onomstotelijke ontdekking van het deeltje. Toch waren de verwachtingen hooggespannen: wat zou er dan wél te melden zijn?
Dat weten we nu: het Higgsdeeltje weegt, als het bestaat, waarschijnlijk tussen de 116 en de 127 gigaelektronvolt, afgekort GeV. (Ter vergelijking: een proton weegt ongeveer één GeV.) En er zijn aanwijzingen dat het deeltje zich bevindt rond de 125 GeV.
Intrigerend overschot
Het Higgsboson werd in 1964 door onder meer de Schotse natuurkundige Peter Higgs voorspeld om te verklaren hoe het kan dat andere deeltjes in ons heelal een massa hebben. In de decennia daarna lukte het echter niet om het bestaan van het deeltje aan te tonen, onder meer omdat we niet weten hoeveel het weegt. Wel wisten deeltjesversnellers als LEP en Tevatron de Higgsmassa op allerlei manieren in te perken. En sinds enkele jaren is CERNs nieuwste deeltjesversnellers, de Large Hadron Collider (LHC), hard aan het werk om voor eens en voor altijd vast te stellen of het deeltje nu wel of niet deel uitmaakt van onze natuur.
Het laatste nieuws is afkomstig van de twee grootste experimenten die staan opgesteld rond de 27 kilometer lange, cirkelvormige LHC-tunnel: ATLAS en CMS. In deze detectors botsen protonen met hoge snelheid op elkaar, waarna de overblijfselen van deze botsingen worden onderzocht, in de hoop daarbij op nieuwe natuurkunde te stuiten.
Wat ATLAS betreft: dit experiment heeft nu vastgesteld dat het Higgs waarschijnlijk een massa heeft tussen 116 en 130 GeV. Bovendien is er een “intrigerend overschot aan waarnemingen” bij 125 GeV, zo meldde ATLAS-woordvoerder Fabiola Gianotti vandaag. CMS stelde op zijn beurt vast dat het Higgs waarschijnlijk meer dan 115 en minder dan 127 GeV weegt. Daarnaast is er met deze detector “een bescheiden overschot aan waarnemingen” gevonden in het genoemde gebied, dat het makkelijkst te rijmen is met een Higgsdeeltje dat rond de 124 GeV of minder weegt.
Meer tijd nodig
We weten dus alweer heel wat meer over het Higgsdeeltje dan een aantal maanden geleden. Maar, zo benadrukte zowel de ATLAS-, als de CMS-woordvoerder, als CERN-directeur Rolf Heuer: om vast te stellen hoe de vork nu echt in de steel zit, is meer tijd nodig. De komende maanden vinden in de LHC geen botsingen tussen protonen plaats, dus in eerste instantie zal het vooral draaien om het beter analyseren van de nu al verzamelde data. In de loop van 2012 volgt dan een grote hoeveelheid nieuwe botsingen, die het Higgs-pleit écht zullen moeten beslechten.
Meer weten? Lees dit interview met ATLAS-programmaleider Stan Bentvelsen!
Bron en beeld: CERN