Door menselijke activiteit leven dieren steeds meer in de nacht, zo blijkt uit een uitgebreide studie gepubliceerd in Science.
Een schichtig hert zal niet snel naast je komen liggen: het liefst verstopt het dier zich voor mensen. En het hert is absoluut niet het enige beest dat ons mijdt. Maar op plekken bezaaid met mensen is het voor dieren nogal moeilijk om zich te verstoppen. En dus zoeken ze andere oplossingen. Uit een nieuwe studie blijkt bijvoorbeeld dat zoogdieren die leven in gebieden waar veel mensen zijn, vaker hun heil in de nacht zoeken.
Van Polen tot Afrika
Om tot deze conclusie te komen, spitten Kaitlyn Gaynor en haar team van de University of California, Berkeley 76 eerdere studies door waarin het 24-uur-patroon van zoogdieren boven de 1 kilogram was vastgelegd. In totaal verkregen de onderzoekers op deze manier een overzicht van 62 diersoorten, verspreid over zes continenten. Hoewel de afzonderlijke studies al specifieke voorbeelden gaven van dieren die hun gedrag aanpasten aan de mens, onderzochten Gaynor en collega’s hoe wijdverspreid dit effect was.
Uit de analyse bleek dat zoogdieren die leven op plekken waar de mens overdag flink aanwezig is, gemiddeld 1,36 keer meer actief worden in de nacht. De onderzoekers leggen in hun studie uit wat ze hiermee bedoelen. Wanneer een diersoort normaal gesproken 50 procent van zijn actieve tijd overdag doorbrengt en dus 50 procent ’s nachts, zal hij in drukke gebieden 68 procent van zijn actieve tijd besteden in de nacht.
En deze verschuiving vind je overal ter wereld: van luipaarden in Afrika tot bruine beren in Alaska en van wilde zwijnen in Polen tot tijgers in Chitwan National Park, Nepal. Al is het effect groter bij dieren die toch al een groot deel van de tijd ’s nachts doorbrengen en bij beesten in stedelijke gebieden. Ook zijn er een aantal diersoorten die een uitzondering vormen, zoals het Europese konijn dat juist vaak rondom mensen is te vinden.
Evolutionaire redding
“Een goed onderzoek met leuke inzichten”, laat gedragsbioloog Hans Slabbekoorn (Universiteit Leiden) desgevraagd weten. Volgens hem kan de flexibiliteit van het gedrag (vaker ’s nachts actief worden) voor sommige diersoorten een goede oplossing zijn om te overleven in een wereld met zoveel menselijke activiteit.
Slabbekoorn legt dit uit: “Als soorten langer kunnen overleven en voortplanten onder de nieuwe selectiedrukken van een drukke moderne wereld, is ook de kans groter dat ze zich kunnen aanpassen in genetische zin. Dit fenomeen noem je ‘evolutionaire redding’: wanneer het evolueren snel genoeg gaat om een dramatische ecologische verandering het hoofd te bieden als soort.”
Hoe deze verschuivingen de ecosystemen verandert (en of dit voornamelijk negatief of positief is), moet blijken uit vervolgonderzoek. Dit kan natuurbeheerders helpen aan strategieën om de ecosystemen te beschermen.
Bronnen: Science, Scientific American, Smithsonian
Beeld: Alta Oosthuizen/Getty Images
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!