Onderzoekers vonden acht nieuwe soorten nematoden in het zoutwatermeer Mono Lake. Echte bikkels zijn het, zelfs arseen schaadt ze niet.
Bijna drie keer zo zout als een hap zeewater is het Amerikaanse Mono Lake. Met daarbij een pH van 10 en hoge concentraties van het giftige, zware metaal arseen is het zo’n ongenadige plek dat het bijna onwaarschijnlijk lijkt dat het meer leven huist. But life finds a way. Caltech-onderzoekers beschrijven in Current Biology acht nieuwe soorten wormpjes die in Mono Lake prima lijken te vertoeven.
Lees ook:
Zware omstandigheden
Tot nu toe vond men in het zoutwatermeer naast de nodige micro-organismen slechts twee soorten; een vliegje en het zogenaamde pekelkreeftje. Maar aan dat bescheiden lijstje wist het onderzoeksteam dus nog een paar soorten toe te voegen.
De acht nieuw gevonden soorten (zie afbeelding hieronder) zijn nematoden; microscopische wormpjes die waarschijnlijk het meest voorkomende type dier op aarde zijn. Die algemeenheid maakte ook dat de onderzoekers vermoedden dat als het zoutwatermeer meer leven zou huizen, het wel dit soort beestjes zouden zijn.
Pittige wormpjes
De nematoden zijn divers in hun leefstijl; van ‘goedaardige’ grazers die micro-organismen eten, tot parasieten en predatoren. Maar één ding hebben ze allemaal gemeen: het zijn extremofielen, organismen die onder omstandigheden kunnen gedijen die de meeste levensvormen de das om zouden doen.
De bijzonderste van het stel is zonder twijfel Auanema sp. Deze soort, zo schrijven de onderzoekers, kan niet alleen met al dat zout en de hoge pH overweg, het kan in verhouding 500 maal de dosis arseen hebben die voor de mens dodelijk zou zijn.
Het lukt het team om Auanema sp. in het laboratorium te onderzoeken. Leuk, want hoewel extremofielen gedijen onder omstandigheden die voor de meeste soorten ondenkbaar zouden zijn, zijn ze, juist omdat ze zo aan hun leefomgeving zijn aangepast, lastig buiten hun habitat te kweken.
Veerkracht
De onderzoekers vergeleken Auanema sp. met nematodesoorten uit hetzelfde genus. Hoewel die niet in gebieden met hoge arseenconcentraties leven, bleken ze een vergelijkbare tolerantie voor het zware metaal te hebben. Dat suggereert dat nematoden mogelijk een genetische aanleg hebben voor de veerkracht en flexibiliteit die gepaard gaan met het aanpassen aan verschillende omgevingen, stellen de onderzoekers. Van prettige tot heel extreme gebieden.
In de toekomst willen de onderzoekers vaststellen welke biochemische en genetische factoren de wormpjes helpen met de extreme omstandigheden om te gaan. Dat zou ons meer kunnen leren over het effect van arseen op het menselijk lichaam. Stap één is het in kaart brengen van het genoom van Auanema sp., stellen de onderzoekers – op zoek naar hun slimme aanpassingen, van de kleine, ijzersterke beestjes.
Bronnen: Current Biology, Caltech via EurekAlert!
Beeld: Caltech
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!