Wanneer de ontwikkelingsstoornis autisme is gediagnosticeerd bij een kind, laten de ouders het kind niet volledig vaccineren. En ook de broertjes en zusjes zijn vaak de dupe.
Sinds de Britse arts Andrew Wakefield het verband legde tussen het vaccin tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) en het ontstaan van autisme, staan heel wat mensen sceptisch tegenover het vaccineren van hun kinderen. Hij publiceerde zijn ‘onderzoek’ namelijk in het vooraanstaande blad The Lancet en daardoor kreeg het heel wat media-aandacht.
En ook al bestaat er geen enkele link tussen vaccineren en autisme krijgen, er zijn nog steeds genoeg mensen die daar wel van overtuigd zijn. Een nieuw onderzoek concludeert nu zelfs dat wanneer kinderen in Amerika worden gediagnosticeerd met autisme hun ouders hen vaak niet volledig laten vaccineren. En hun broertjes of zusjes ook niet.
Data doorspitten
Tot deze conclusie kwamen onderzoekers nadat ze de gegevens van bijna 600.000 kinderen tussen de 8 en 23 jaar oud hadden doorgespit. Hiervan waren meer dan 3.700 kinderen voor de leeftijd van vijf gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis (ASS) en ruim 500.000 kinderen zonder de ontwikkelingsstoornis.
De data waren afkomstig uit de Vaccine Safety Datalink in Amerika, een samenwerkingsproject tussen verschillende centra voor ziektebestrijding en -preventie. De organisatie verzamelt jaarlijks medische gegevens (waaronder vaccinatiedata) van meer dan 10 miljoen mensen.
De onderzoekers keken vervolgens of de kinderen alle vaccins hadden gekregen die zijn aanbevolen door de US Centers for Disease Control and Prevention (Rijksvaccinatieprogramma). Hieronder vallen onder andere de inentingen tegen de bof, mazelen, rodehond, difterie en tetanus.
Ongelijkheden
Wat bleek? 81,6 procent van de kinderen met ASS kreeg alle aanbevolen vaccinaties voor kinderen van 4 tot 6 jaar oud tegenover 94,1 procent van de kinderen zonder de ontwikkelingsstoornis: een verschil van 12,5 procent.
De onderzoekers keken ook naar de jongere broers of zussen – die tussen 1997 en 2014 zijn geboren – van de onderzochte koters. Ook hier troffen ze ongelijkheden aan. Zo was 73 procent van de jongere broers en zussen van kinderen met autisme volledig gevaccineerd met 11 maanden oud, vergeleken met 85% van de jongere broers en zussen van kinderen zonder autismespectrumstoornis.
Autisme door vaccinatie
Reden hiervoor? Dat kunnen de onderzoekers niet met zekerheid zeggen, maar ze denken dat het wel degelijk iets heeft te maken met ouders die weigeren hun kind te laten inenten, omdat het autisme zou kunnen veroorzaken.
“Eerdere studies meldden dat een groot deel van de ouders van kinderen met autisme meent dat vaccins hebben bijgedragen aan de stoornis, en dat ze daarom het vaccineren hebben stopgezet”, schrijven de onderzoekers in hun artikel dat in The Journal of the American Medical Association is gepubliceerd.
“Het is inderdaad een probleem,” zegt Ben van der Zeijst (LUMC), emeritus hoogleraar in de medische microbiologie, “hoewel de resultaten uit de VS niet één op één gelden voor Nederland. Het probleem is dat de ouders van de autistische kinderen er heilig van overtuigd zijn dat dit door vaccinatie is gekomen, ondanks het feit dat dit niet het geval is. Met deze overtuiging willen ze niets meer met vaccins te maken hebben.”
Het onderzoeksteam hoopt dan ook een eind aan deze aarzeling te kunnen maken door met nieuwe strategieën te komen, zodat meer kinderen weer worden gevaccineerd.
Bronnen: JAMA Pediatrics, Science as Fact, CNN
Beeld: Katarzyna Białasiewicz
Lees ook:
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!