De kleine krioelende bacteriën die wij af en toe liever kwijt dan rijk zijn, kunnen dienen voor data-opslag.
Al een tijdje experimenteren wetenschappers met het opslaan van data in DNA. Meestal wordt dit niet gedaan terwijl het genetische materiaal nog ín een levend wezen zit. Maar onderzoekers aan de Harvard University zijn hier wel in geslaagd. Zij hebben bacteriën omgetoverd tot levende harde schijven die de data generatie op generatie kunnen doorgeven.
Virussen
En daarvoor hebben ze het immuunsysteem van de bacteriën gebruikt. Wanneer de microben worden aangevallen door virussen, kunnen ze een stukje uit het DNA van dit virus knippen en in hun eigen genoom plakken. Hierdoor onthoudt het micro-organisme wat voor type virus het was, voor het geval het ooit weer wordt aangevallen.
En, fijn voor de onderzoekers, de bacteriën slaan deze informatie niet willekeurig op, maar in chronologische volgorde. Het DNA van het virus dat de microbe als eerste heeft aangevallen, staat vooraan.
102 bytes
Om de bacteriën te transformeren tot harde schijven hoefden hoofdonderzoeker Seth Shipman en zijn collega’s alleen maar data in een kolonie te spuiten die leken op virus-DNA. De DNA-segmenten die de onderzoekers gebruikten, waren datastrengen – boodschappen geschreven in de welbekende DNA-letters A, T, C en G – met aan de uiteindes stukjes genetische informatie van het virus.
Shipman heeft aangetoond dat de bacteriën 102 bytes aan data kunnen opslaan die vervolgens kunnen worden afgelezen. Dit is natuurlijk nog niet zoveel, maar volgens de onderzoeker kan dit nog veel meer worden.
Bronnen: Science, Popular Mechanics
Beeld: CDC