Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Iedere bloem heeft zijn eigen geur. Maar de mogelijkheid voor motten om deze te ruiken neemt af door stikstofverbindingen, ontdekten Amerikaanse onderzoekers.
Dat bijen overdag de bloemetjes bestuiven, is algemeen bekend. Maar motten kunnen er ook wat van. Deze nachtelijke fladderaars zijn verantwoordelijk voor maar liefst een derde van de bestuiving in stedelijke gebieden. Motten gebruiken hun antennes om bloemen te lokaliseren. Hun geursensoren werken bijna net zo goed als die van een hond en duizenden keren beter dan die van een mens. Ze kunnen hun gewenste bloem vanaf kilometers ver ruiken. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat de uitstoot van onder meer onze auto’s deze taak van de mot erg bemoeilijkt.
Lees ook:
Bloem verliest geur door uitlaatgas
Amerikaanse onderzoekers aan de Washington University zagen dat de geur van bloemen afneemt als ze in contact komen met stikstoftrioxide (NO3). Deze specifieke stikstofverbinding ontstaat als andere stikstofverbindingen in onze atmosfeer met elkaar reageren. Een grote veroorzaker van deze stikstofverbindingen is menselijke uitstoot. Denk aan de uitlaatgassen van onze auto’s en de rookpluimen boven energiecentrales.
Voor het onderzoek keken de onderzoekers naar de sleutelbloem Oenothera pallida, een bloem die regelmatig nachtelijke bezoekjes van de mot krijgt. Ze brachten de individuele geurstoffen van deze bloem in kaart en maakten met behulp van deze informatie een nepbloem. Ze plaatsten hem in een veld en zagen dat hun werk goed gelukt was. De bloem werd even vaak bezocht door motten als de echte variant.
Maar nadat de onderzoekers de bloem hadden behandeld met stikstoftrioxide, nam het aantal bezoekjes met maar liefst 70 procent af. De geurstoffen die de mot het lekkerst vinden, bleken door de behandeling flink aangetast.
Lab-experiment
Onderzoeken in het lab lieten eenzelfde conclusie zien. Ze plaatsten twee soorten motten in een windtunnel om te zien of ze de geurstoffen konden lokaliseren. De gebruikelijke geur van de sleutelbloem was snel gevonden. Maar toen ze stikstoftrioxide toevoegden, zat de ene motsoort er in de helft van de gevallen naast. De andere mot kon de geurbron helemaal niet vinden.
De onderzoekers stellen dat ze niet buitensporig veel van deze stikstofverbinding hadden toegevoegd. Ze gebruikten een hoeveelheid die overeenkwam met de ‘gebruikelijke stedelijke uitstoot’.
Nachtelijke uitstoot desastreus
Vervolgens keken de onderzoekers wat het effect van de stikstofverbinding was overdag vergeleken met ’s nachts. Het bleek dat de geurstoffen van bloemen ’s nachts zwaarder onder druk stonden dan overdag. De onderzoekers vermoeden dat dit komt omdat zonlicht de stikstoftrioxide deels afbreekt.
Volgens het computermodel van de onderzoekers speelt dit bestuivingsprobleem niet alleen voor de sleutelbloem in de Verenigde Staten. Waarschijnlijk geldt hetzelfde voor verschillende gewassen in het westen van Noord-Amerika, een groot gedeelte van Europa, het Midden-Oosten, Centraal- en Zuid-Azië en het zuiden van Afrika.
Bron: Science, Washington University
Beeld: James Urtoon / Washington University