In Einsteins grootste fout beschrijft David Bodanis hoe het natuurkundige genie richting het eind van zijn leven zo op een zijspoor kon belanden.

Begin twintigste eeuw leverde Albert Einstein een aantal enorme bijdragen aan de natuurkunde. In 1905 publiceerde hij onder andere de speciale relativiteitstheorie en zette hij een belangrijke vroege stap richting de quantummechanica. En in 1915 volgde zijn magnum opus: de algemene relativiteitstheorie. Bij wijze van toetje kwam hij een jaar later nog even met een artikel dat uiteindelijk tot de ontwikkeling van de laser zou leiden.

In de jaren voor zijn overlijden in 1955 was de door het grote publiek vereerde wetenschapper echter in een isolement geraakt. Eigenwijs volgde hij zijn eigen pad, waarbij hij de vooruitgang die collega’s boekten grotendeels negeerde. Hoe had het zover kunnen komen? Dat is de rode draad van David Bodanis’ nieuwe Einstein-biografie: Einsteins grootste fout.

Niet de eerste

Natuurlijk is Bodanis allesbehalve de eerste die het leven van de beroemde natuurkundige in detail beschrijft, of die aandacht besteedt aan de minder mooie kanten van ’s mans karakter. Maar hij doet dat wel met genoeg flair om Einsteins grootste fout toch tot een aanrader te bombarderen.

**** | 304 pagina’s | € 24,99 (paperback) of € 12,99 (ebook)