Boek: God én Darwin

kijkmagazine

09 augustus 2010 13:00

Creationisten en atheïsten zijn als vuur en water. Toch hebben ze één ding met elkaar gemeen: ze wekken vaak de indruk dat je moet kiezen tussen ofwel de evolutietheorie, ofwel het christelijk geloof.

Onzin, betoogt theoloog en godsdienstfilosoof Taede Smedes in het boekje God én Darwin (niet te verwarren met God en Darwin – zonder accentje – van Stephen Jay Gould). Volgens hem hoeven geloof en wetenschap niet met elkaar in conflict te zijn, al kunnen ze duidelijk wel met elkaar in conflict wórden gebracht.

Onder andere bevat Smedes’ boek een korte uitleg van de evolutietheorie, een stukje historisch-kritisch Bijbelonderzoek (oftewel: waarom we het scheppingsverhaal moeilijk letterlijk kunnen nemen), alsmede de geschiedenis van het creationisme en Intelligent Design. Daarbij wordt al gauw duidelijk dat de auteur weinig moet hebben van die laatste twee stromingen, zowel vanuit wetenschappelijk als vanuit theologisch oogpunt.

God en Darwin covertjePositiever is Smedes over de theïstische evolutie, waar onder andere natuurkundige en ex-Intelligent Designaanhanger Cees Dekker zich onlangs toe heeft ‘bekeerd’. Hierbij wordt de evolutie niet afgewezen, maar gezien als de manier waarop de Schepper zijn werk deed.

Toch is ook die zienswijze het niet helemaal, wat Smedes betreft. Liever heeft hij een ‘theologie van de evolutie’, een begrip geïntroduceerd door de Zweedse bischop/theoloog Antje Jackelén. In een notendop pleit zij ervoor (en Smedes met haar) dat de theologie moet accepteren dat de wetenschap ons vertelt hoe de wereld in elkaar zit, om vervolgens na te denken over “de betekenis van die wetenschap voor ons wereldbeeld, mensbeeld en godsbeeld”.

Mooi is vooral het laatste hoofdstuk van God én Darwin. Hierin schrijft Smedes: “Met de mens is het universum zich van zichzelf, van zijn eigen bestaan en geschiedenis, bewust geworden. Zouden we er niet goed aan doen ons bewust te worden van dat kosmische perspectief? Misschien dat we dan zelfs worden gestimuleerd om onze medemens niet langer de hersens in te slaan maar te zien als iemand die hetzelfde, kosmische, lot deelt.” En het fijne van dat laatste idee is dat het niet is voorbehouden aan ofwel gelovigen, ofwel atheïsten. Via verschillende wegen kan iedereen zich gaan beschouwen als het ‘zelfbewustzijn van het heelal’, en daar zijn of haar conclusies aan verbinden.

paperback | 160 pagina’s | Nieuw Amsterdam | € 16,95 | ISBN 978 90 468 0600 5

Deze boekbespreking verscheen eerder in KIJK 8/2009.