Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De intelligentie van kraaien zou de diverse vogelgroep met succes over de uithoeken van aarde verspreid hebben.
Kraaien zijn slimme dieren. Zo blijkt uit tal van experimenten dat de zwarte vogels hun hand (vleugel) niet omdraaien voor het oplossen van complexe problemen, tools kunnen gebruiken en zelfs een aantal woorden kunnen leren – als er maar een smakelijke snack als beloning tegenover staat.
Minder bekend dan de intelligentie van kraaien, is de diversiteit en het uitgebreide leefgebied van dit vogelgeslacht. De diverse reeks leden van het geslacht Corvus, zijn namelijk een van de wijdst verspreide groepen vogels ter wereld. Volgens een team Amerikaanse onderzoekers hebben deze vogels dat te danken aan hun relatief flinke brein, lange vleugels en grote lijf.
Lees ook: Bewustzijn in kraaienbrein gemeten
Corvus
Het geslacht Corvus, onderdeel van de zangvogelfamilie Corvidae, bestaat uit kraaien en raven. Bekende soorten zijn de zwarte kraai (Corvus corone), de bonte kraai (Corvus cornix) en de raaf (Corvus corax), maar dat is slechts het topje van de spreekwoordelijke ijsberg. Onderhand zijn er meer ruim 40 soorten beschreven, verspreid over bijna de hele wereld: van het noordpoolgebied tot Australië, Indonesië en Afrika. Alleen in Zuid-Amerika en Antarctica komen ze niet voor.
Daarin zijn de Corvus-soorten bijzonder. De leden van andere geslachten binnen de familie Corvidae, waar bijvoorbeeld de ekster (Pica pica) en de gaai (Garrulus glandarius) onder vallen, zijn lang niet zo divers – sommige groepen bestaan maar uit een handjevol soorten. Bovendien komen ze op aanzienlijk minder verschillende plekken voor; sommigen komen – ondanks hun vleugels – op maar één continent voor.
Brein- en spierkracht
Om de reden voor dat verschil te achterhalen, namen de onderzoekers verschillende Corvus-soorten uit Europese en Amerikaanse musea onder de loep. Ze zagen dat ze relatief langere vleugels, een groter lijf en brein hebben dan hun familieleden.
Volgens de onderzoekers zijn het deze drie eigenschappen waaraan de kraaien en raven hun diversiteit en uitgebreide leefgebied te danken hebben. De langere, sterkere vleugels boosten hun vliegkunsten, waardoor ze makkelijker dan hun familieleden op een nieuwe plek komen.
Eenmaal op die nieuwe plek, moet de soort er kunnen overleven. Daar komt het grotere brein en lijf van dit geslacht van pas. De onderzoekers stellen dat kraaien en raven slimmer zijn dan andere Corvidae en ze zich dus gemakkelijker aan een nieuwe omgeving aanpasten. Ook dankzij hun grotere maatje hadden de Corvus’ volgens de onderzoekers waarschijnlijk een streepje voor op hun familieleden.
Bronnen: Nature Communications, EurekAlert!, The Independent