De dag dat de dino’s stierven

KIJK-redactie

16 januari 2020 08:59

meteorietinslag chicxulub

Een gigantische meteorietinslag, helse glasregens, bergen van zo’n achtduizend meter hoog die oprijzen en net zo snel weer verdwijnen, reusachtige vloedgolven. Het moet een inferno geweest zijn, de inslag die de dinosauriërs van de aardbodem veegde.

Zo’n 66 miljoen jaar geleden veranderde de aarde van het ene op het andere moment in een rampgebied. Een buitenaards object sloeg een gat ter grootte van België in de bodem van een ondiepe tropische zee, op de plek waar nu het Mexicaanse schiereiland Yucatán ligt. Deze klap betekende het einde van het dinotijdperk en het begin van een nieuw hoofdstuk in de geologische geschiedenis: het Cenozoïcum.

In de jaren die volgden stierf ruim 75 procent van alle diersoorten uit, waaronder de niet-vliegende dinosauriërs. Geologen proberen al tijden te reconstrueren wat er precies gebeurde, die eerste uren, dagen en jaren na de ramp. Geen makkelijk onderzoek – alleen al de marge in de datering van de inslag zelf bedraagt 11.000 jaar.

Toch ontstaat er steeds beter zicht op de gebeurtenissen. De eerste resultaten van een boorexpeditie in de inslagkrater druppelen binnen (zie ook KIJK 7/2016), en 3000 kilometer verderop, in de Amerikaanse staat North Dakota, is een spectaculaire ontdekking gedaan door onder meer paleontoloog Robert DePalma. Hier volgt de up-to-date-reconstructie van de verwoestende gebeurtenissen die het Cenozoïcum inluidden – en de recente wetenschappelijke inzichten waarop deze reconstructie is gebaseerd.

Dit is het begin van het artikel ‘De dag dat de dino’s stierven’ te vinden in KIJK 2/2020. Deze editie ligt in de winkel vanaf 23 januari tot en met 19 februari.

Meer informatie:

Tekst: Marlies ter Voorde

Openingsbeeld: 123RF

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!