Darwins dilemma dankzij fossiel DNA opgelost?

Laurien Onderwater

03 juli 2017 16:09

Macrauchenia patachonica

Het heeft lange tijd geduurd om dit bizarre beest te classificeren. Maar volgens dit onderzoek is dat nu gelukt.

Men neme een olifant, een lama, een kameel en een neushoorn en kruist deze met elkaar. Wat krijg je dan? Een extreem lastige puzzel waar Charles Darwin ook zijn hoofd over brak. Hij vond fossielen van dit gemixte beest – de Macrauchenia patachonica – in 1834, maar wist hem niet te classificeren. Het raadselachtige, uitgestorven dier heeft sindsdien de classificatie ontweken, maar een nieuwe DNA-studie heeft uitgezocht waar de Macrauchenia patachonica in de zoogdierenstamboom hoort.

Allegaartje

De Macrauchenia patachonica leefde gedurende de laatste ijstijd in Zuid-Amerika en raakte zo’n 10.000 jaar geleden uitgestorven. Om antwoord te geven op de vraag waartoe het dier behoorde, was dus nog niet zo gemakkelijk. Gelukkig hadden onderzoekers in 2015 al mitochondriaal DNA afkomstig van collageen in de botten van Macrauchenia-fossielen onderzocht. Daaruit bleek dat de diersoort was verwant aan de Perissodactyla – ook wel de onevenhoevigen genoemd.

Maar de twee groepen – de Macrauchenia en de Perissodactyla – scheidden hun wegen zo’n 66 miljoen jaar geleden toen er een massale uitsterving plaatsvond door een asteroïde inslag.

DNA vergelijken

Het nieuwe onderzoek, dat is gepubliceerd in Nature Communications, bevestigt deze oude bevindingen en heeft nu een ‘passende plek’ gevonden voor de soort in de stamboom: het is een soort op zich. Zodoende kunnen de onderzoekers beter uitleggen hoe het beest aan zijn eigenaardigheden kwam.

De onderzoekers van de nieuwe studie bestudeerden een DNA-monster van een 11.000 jaar oud fossiel. Alleen was er een probleempje: dit DNA was niet compleet, dus hoe vul je dat aan als je verder niet weet waar het dier van afkomstig is? Dat losten ze bijzonder op: er werd een nieuwe techniek gecreëerd die de genomen – de complete genetische samenstelling – van een reeks moderne dieren vergeleek en die als referentiepunt gebruikte. Op die manier wisten de onderzoekers 80 procent van de 17.000 genen (waaruit de Macrauchenia waarschijnlijk bestond) te herstellen.

Biodiversiteit

Volgens paleontoloog Lars van den Hoek Ostende (Naturalis Biodiversity Center) is het vooral de techniek, waarmee het DNA is ontrafeld, bijzonder aan dit onderzoek. “Het is al langer bekend dat de Macrauchenia patochonica een aparte diergroep was; ze lijkt op geen enkel ander dier. Maar wat vooral bijzonder is aan deze ontdekking, is de techniek die ze hebben gebruikt. Die heeft het plaatje veel completer gemaakt.”

De soort kwam alleen voor in Zuid-Amerika, wat volgens van den Hoek Ostende ook niet gek is. “Zuid-Amerika had een volledig eigen flora en fauna, want het was destijds erg geïsoleerd. Daarom kwam de Macrauchenia patachonica nergens anders voor.”

Het ‘passen’ van uitgestorven dieren in een stamboom geeft antwoord op belangrijke vragen over oude evolutionaire relaties en biodiversiteit. Ook biedt het inzicht in hoe biodiversiteit miljoenen jaren geleden is ontstaan en hoe het ook weer kan verdwijnen.

Bronnen: Nature Communications, Live Science, New Atlas, CNN

Beeld: Olllga/Creative Commons