Walvissen, vooral baleinwalvissen, zijn groot, heel erg groot. Maar waarom zijn ze eigenlijk niet nóg veel groter?
Met hun meer dan 25 meter lange en 100 ton zware lijven, zijn blauwe vinvissen de grootste dieren op aarde. Zelfs veel van de gigantische dinosauriërs die vroeger over onze planeet rondstruinden, kunnen niet tippen aan deze aquatische zwaargewichten. Maar waarom zijn ze niet nóg groter? En waarom zijn niet alle walvissen zo groot als de blauwe vinvis?
Volgens onderzoekers van onder meer de Stanford Universiteit heeft hun prooi daar iets mee te maken. Waarschijnlijk, zo schrijft het team in vakblad Science, ligt de limiet van het gigantisme van de aquatische zoogdieren bij de mate waarin hun prooi rondzwemt én hoe groot de energiewinst van het oppeuzelen van dat dagelijks maaltje is.
Lees ook:
Van bruin- tot blauwe vinvis
Het is een simpele rekensom, zo schrijft het team: als een organisme meer calorieën (lees: energie) inneemt dan hij verbruikt, kan hij groter worden. Om te achterhalen of dat ook de kolossale afmetingen van de blauwe vinvis verklaart, voorzagen de onderzoekers meer dan 300 tand- en baleinwalvissen van een uitgebreide sensorenset.
Zo verzamelde het team informatie over de voedingsstrategieën van meer dan elf walvissoorten: van kleine bruinvissen tot blauwe vinvissen, uit wateren van Groenland tot Antarctica. Uit deze metingen berekenden de onderzoekers voor elke walvis onder meer de kosten en opbrengsten van het jagen op hun prooi.
Wat bleek: vinvissen, de grootste familie van de baleinwalvissen, die in één slok gigantische hoeveelheden krill of vis naar binnen werken, komen er het best vanaf.
Energie-efficiënt
Dat wil zeggen, deze walvissen, waaronder de bultrug en de blauwe vinvis, bleken de grootste energiewinst te behalen. Hoe groter deze dieren worden, hoe meer energie ze weliswaar in zo’n slok moeten steken, de hoeveelheid prooi en dus energie die ze daarmee binnen krijgen, neemt nog meer toe.
Hoe groter zo’n baleinwalvis wordt, hoe groter dus zijn energiewinst. Dat ze niet nóg groter worden, zo schrijven de onderzoekers, ligt daarmee waarschijnlijk aan de aanwezigheid van hun prooi. Als er niet meer krill ís, kunnen de walvissen het immers ook niet opeten.
Krill of reuzeninktvis?
Bij tandwalvissen, zoals bruinvissen, dolfijnen en potvissen, die tanden in plaats van baleinen hebben, is dat anders. Grote tandwalvissen jagen namelijk niet op veel kleine, maar enkele grote prooidieren.
De potvis, zo beargumenteren de onderzoekers, die onder meer de reuzeninktvis op zijn menu heeft staan, kán niet veel groter worden, omdat dergelijke grote prooidieren zeldzaam zijn. Het beperkte aantal reuzeninktvissen maakt dat het nog groter worden voor de potvis geen voordeel, maar een nadeel is. In tegenstelling tot bij de blauwe vinvis, neemt de hoeveelheid eten en dus energiewinst daarbij namelijk niet toe.
Groter?
De blauwe vinvis was niet altijd zo groot. Pas zo’n 5 miljoen jaar geleden – een schijntje op een evolutionaire tijdschaal – zijn zij en andere baleinwalvissen uitgegroeid tot de giganten van nu. Volgens de onderzoekers komt dat door de toename van oceanische opwelling, waardoor de concentratie van fytoplankton en daarmee krill en vis sterk steeg.
Kunnen de dieren in de toekomst nóg groter worden? Als de ‘prooilimiet’ verdwijnt, is dat zeker mogelijk, schrijven de onderzoeker. Maar waarschijnlijk zijn er dan wel andere zaken die de groei van de kolossale dieren remt, besluiten ze.
Bronnen: Science, EurekAlert!1, 2, Science Alert
Beeld: Goldbogen et al., 2019/Science
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!