Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Het aantal mannelijke spermacellen daalt onrustbarend. Sterker nog: we zitten in een onvruchtbaarheidscrisis, zo melden verschillende media regelmatig. Maar het valt allemaal reuze mee, constateert Ronald Veldhuizen.
“Every sperm is sacred!” zongen de mannen van de comedygroep Monty Python uit volle borst. O wee als je een heilige zaadcel verspilt. In de jaren tachtig was het liedje een rake sneer naar de katholieke kerk, die jongemannen verbood om al masturberend of condoom-seksend sperma te verspillen. Zulke verregaande verering van spermacellen zie ik tegenwoordig ergens anders: in krantenkoppen. Die waarschuwen de laatste jaren voor alarmerende dalingen van de spermakwaliteit wereldwijd. Een “onvruchtbaarheidscrisis”, aldus The Guardian, en het aantal spermacellen “keldert”, zei de NOS ’s avonds eens tegen nietsvermoedende kijkers.
Lees ook: ‘Sommige mensen beweren dat straling gezond is’
De spermapocalyps
U ziet het: de spermapocalyps is aanstaande. Maar zet nog even geen zaad op ijs voor de toekomst, want de aanwijzingen voor zo’n aanstaande ramp zijn flinterdun. Eerst even: achter het alarmerende nieuws zit op zich serieus onderzoek van vruchtbaarheidsklinieken. Voor de mensen die daar werken, telt elke spermacel wel degelijk. Vrij letterlijk: als stellen met een kinderwens een vruchtbaarheidskliniek bezoeken, levert de man een kwakje in en telt zo’n vruchtbaarheidsdeskundige het aantal zaadcellen per milliliter. En jawel, wanneer onderzoekers de archieven van dit soort telpogingen naast elkaar leggen, blijkt dat een zaadlozing een halve eeuw geleden 90 miljoen spermacellen per milliliter bevatte en nu nog maar zo’n 50 tot 60 miljoen.
Alleen zegt dat zo weinig. Mannen die vruchtbaarheidsklinieken bezoeken, kampen waarschijnlijk al met problemen. Zelfs studies die daarvoor corrigeren, hebben het manco geen échte steekproeven onder de doorsnee mannelijke bevolking te zijn.
Onvruchtbaarheidscrisis?
Wat ook kan: vruchtbaarheidsklinieken telden vroeger optimistischer dan nu. Het blijft mensenwerk namelijk, zegt bijvoorbeeld de Britse geslachtsziekte-expert Allan Pacey. Hij noemt de vruchtbaarheidscrisis om bovenstaande redenen een mythe, in stand gehouden door wetenschappers die op zoek zijn naar onderzoeksgeld – en baat hebben bij media-aandacht.
De enige manier om zekerheid te krijgen over de kwakkwaliteit is om nú te beginnen met een groot bevolkingsonderzoek, zegt Pacey. Precies zo’n onderzoek bestaat al, in Denemarken. Daar hebben jongemannen nog altijd dienstplicht voor het leger en moeten ze zich medisch laten keuren – inclusief een spermatest. Wat blijkt: al ruim tien jaar ziet de spermakwaliteit er met 50 miljoen zwemmers per milliliter gewoon goed uit. En de probleemgrens ligt pas op 15 miljoen cellen, dus niet élke spermacel is heilig. Kortom: kwakapocalyps afgewend.
Deze column verscheen eerder in KIJK 12/2019.