Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De steeds groter wordende groep van fluorescerende dieren heeft er een nieuw lid bij: de springhaas, een knaagdier dat in het holst van de nacht rondhuppelt.
Wetenschappers ontdekken steeds meer dieren die onder een uv-lamp blijken op te lichten. Veel amfibieën vertonen biofluorescentie, evenals sommige reptiel- en vogelsoorten. Aan dat rijtje van gloeiend gedierte kan nu de springhaas worden toegevoegd: een nachtdier dat, ondanks zijn naam, niet verwant is aan de haasachtigen.
Lees ook:
- ‘Beerdiertje overleeft uv-straling door blauw te gloeien’
- Kikkers en salamanders fluoresceren prachtig
- Snavels papegaaiduikers lichten op onder uv-lamp
Mooi gloedje
Onderzoekers ontdekten dat de vacht van twee springhaassoorten, de Zuid-Afrikaanse Pedetes capensis en de Oost-Afrikaanse P. surdaster, roze-oranje oplicht onder een uv-lamp. Hoewel van meer zoogdieren bekend is dat ze biofluorescentie vertonen – het vogelbekdier is daar een voorbeeld van – is de springhaas het eerste zoogdier van de Oude Wereld dat gloeit als het wordt beschenen met uv-licht.
Nachtcamouflage
Het pigment porfyrine, dat in de vacht van de springhaas voorkomt, is verantwoordelijk voor de fluorescentie. Opmerkelijk is dat de springhaas niet over zijn hele lichaam evenveel gloeit, maar vooral rondom zijn kop, poten, rug en staart. Waarom juist deze plekken oplichten is nog niet geheel duidelijk.
Maar waarom gloeien de nachtdieren überhaupt? Het is mogelijk dat fluorescentie de zoogdieren helpt zich te verbergen voor roofdieren met een uv-gevoelig gezichtsvermogen. Door golflengten te absorberen die anders zouden worden weerkaatst en minder zichtbare golflengten uit te zenden, blijven de prooien ongezien. Een soort nachtcamouflage dus.
Ondertussen zetten onderzoekers, gewapend met een uv-lamp, hun zoektocht voort naar meer van zulk soort schitterende schepsels.
Bronnen: Scientific Reports, New York Times, IFLScience
Beeld: J. Martin and E. Olson, Northland College