Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een kaakbeenfossiel dat is gevonden voor de kust van Taiwan bewijst dat de denisovamens zowel in koude als warme gebieden vertoefde.
In 2008 liep de Taiwanees Kun-Yu Tsai door een antiekwinkel in de stad Tainan toen een ongewoon relikwie zijn aandacht trok: een bruinkleurig kaakbeen met zwartgeblakerde, dikke tanden. Het fossiel was eerder dat jaar door vissers gevonden op de bodem van het Penghu-Kanaal, in de buurt van de Straat van Taiwan. De amateurfossielenjager herkende meteen dat het een menselijk kaakbeen was, maar zag ook dat het afweek van moderne exemplaren. Hij was geïntrigeerd en kocht het fossiel.
Later doneerde hij het aan het National Museum of Natural Science van Taiwan. Daar wisten ze niet van welke mensensoort het kaakbeen was. Doordat het zo lang op de bodem van de zee had gelegen, was het niet mogelijk om er DNA uit te vissen. Maar nu denken wetenschappers toch te weten wie de eigenaar was, dat schrijven ze in het tijdschrift Science.
De denisovamens kon zich goed aanpassen
Met behulp van nieuwe technieken is het een team van Taiwanese, Japanse, en Deense wetenschappers gelukt om eiwitten uit het kaakbeen te halen. Een analyse daarvan toonde aan dat de kaak van een denisovamens was, een ‘halfbroer’ van de neanderthaler die grofweg van 400.000 tot 30.000 jaar geleden leefde.
De denisovamens is een mysterieuze mensensoort, er zijn namelijk maar weinig fossielen van gevonden. De resten die wel zijn gevonden, komen uit (zeer) koude gebieden, zoals Siberië en het Tibetaans Hoogland. Maar Penghu 1, zoals het kaakbeen is genoemd, laat zien dat de denisovamens zich ook thuis voelde in de warme, vochtige, laaggelegen tropen – zoals Taiwan. Dat toont aan dat deze uitgestorven mensensoort zich goed kon aanpassen aan erg verschillende omgevingen.
Lees ook:
Weinig fossielen gevonden
Het eerste bewijs voor de denisovamens is vrij recent gevonden. In 2010 onthulde een DNA-analyse dat een vingerbotje uit de Denisovagrot in het Altajgebergte in Siberië niet van een neanderthaler of moderne mens was, maar van een tot dan toe onbekende mensensoort. Die werd toen de denisovamens genoemd. Later zijn er in dezelfde grot nog enkele tanden en botfragmenten gevonden.

Pas in 2019 werden er ook op een andere plek fysieke resten van de denisovamens aangetroffen. Archeologen ontdekten een kaakbeen in een grot in het Tibetaanse Hoogland.
Wetenschappers vermoeden al een tijdje dat denisovamensen niet alleen in koude gebieden leefden. Ze hadden namelijk ontdekt dat veel van hun genen ook in het DNA van neanderthalers en de moderne mens te vinden zijn, wat suggereerde dat ze zich in gematigdere gebieden begaven en zich daar voortplantten met deze mensensoorten.
In 2022 kwam er zwak bewijs voor deze theorie. Onderzoekers vonden een tand in Laos die erg leek op een denisovamensentand. Maar door het tropische klimaat was het DNA in het fossiel flink afgebroken waardoor een genetische analyse zo goed als onmogelijk was. Het is nog steeds onzeker wie de eigenaar van deze tand was.
Denisovamens had prominente kaak en grote tanden
Toen de Penghu 1-kaak voor het eerst werd omschreven, in een wetenschappelijk artikel uit 2015, merkten wetenschappers op dat het fossiel overeenkomsten vertoonde met de anatomie van de denisovamens. Nu hebben onderzoekers dat daadwerkelijk kunnen bewijzen.
Ze boorden een klein gaatje in de kaak en verzamelden eiwitten uit het botpoeder. Ze analyseerden de aminozuursequentie (de volgorde van de bouwstenen) van die eiwitten. Een belangrijke sequentie bleek overeen te komen met eiwitten die gevonden zijn in de fossielen uit de Denisovagrot en de grot in Tibet. En die sequentie kwam juist niet overeen met eiwitten van neanderthalers of moderne mensen. Dat was voor onderzoeksteam hét bewijs dat Penghu 1 van een denisovamens was.
Deze ontdekking versterkt het al bestaande idee dat de denisovamens prominente kaken had met grote tanden.

Onbekende leeftijd
Extra analyses van een van de kiezen onthulden een eiwit dat wordt gemaakt door een gen dat op het Y-chromosoom ligt, een chromosoom dat alleen mannen hebben. Het kaakbeen was dus van een man.
Wanneer de eigenaar van Penghu 1 leefde, bleek moeilijk te achterhalen. Het fossiel werd ontdekt in een antiekwinkel (het is niet bekend waar het precies is opgevist). Wetenschappers kunnen dus geen aanwijzingen halen uit het gesteente waarin het fossiel lag. Bovendien mislukten alle pogingen om de leeftijd te bepalen met koolstofdatering – een veelgebruikte methode om gesteentes en archeologische vondsten te dateren.
Volgens de onderzoekers is het fossiel waarschijnlijk enkele tienduizenden tot bijna tweehonderdduizend jaar oud. In die periode lag het Penghu-Kanaal namelijk boven water.
De onderzoekers hopen dat de ontdekking over Penghu 1 museumcurators inspireert om fossielen in hun collectie opnieuw onder de loep te nemen. Misschien dat er dan wel nog meer resten uit archieflades opduiken. En hoe vaker dat gebeurt, hoe makkelijker het uiteindelijk zal worden om nieuwe fossielen toe te schrijven aan de voor nu nog steeds erg mysterieuze mensensoort.
Bronnen: Science, Science News, AP News