Donkere energie: een duistere illusie?

Jean-Paul Keulen

08 juni 2022 09:00

donkere energie

Het universum dijt steeds sneller uit, zo weten we sinds 1998. Maar is dat wel echt zo? Een aantal astronomen heeft een donkerbruin vermoeden dat de donkere energie die de sterrenstelsels uit elkaar drijft misschien helemaal niet bestaat.

Voor vage speculaties krijg je geen Nobelprijs. Er kunnen tientallen jaren overheen gaan voordat het verantwoordelijke comité vindt dat een ontdekking zichzelf voldoende heeft bewezen om de wetenschappers erachter naar Stockholm te laten komen. Zo moesten natuurkundigen Peter Higgs en François Englert bijna vijftig jaar op hun prijs wachten, nadat ze met anderen in 1964 het higgsmechanisme hadden bedacht.

En wiskundige Roger Penrose, die in datzelfde jaar belangrijk theoretisch werk aan zwarte gaten deed, werd daar pas in 2020 voor beloond. Daarmee vergeleken waren Saul Perlmutter, Brian Schmidt en Adam Riess al snel aan de beurt. Samen kregen ze in 2011 de Nobelprijs voor een ontdekking van ‘maar’ dertien jaar eerder. Nu was dat ook wel een ontdekking die ons beeld van de kosmos behoorlijk op zijn kop zette. Uit de waarnemingen van deze drie astronomen en hun teams bleek namelijk dat het heelal steeds sneller uitdijt – een verschijnsel waar de zogenoemde donkere energie verantwoordelijk voor zou zijn.

Inmiddels maakt die donkere energie deel uit van het algemeen geaccepteerde beeld van de kosmos. Blijkbaar leven we in een universum waarin de sterrenstelsels steeds harder bij elkaar vandaan vliegen. Maar de laatste jaren zet een aantal astronomen daar vraagtekens bij. Bestaat die donkere energie wel echt? Of is die versnelde uitdijing misschien een illusie – en was het normaal zo voorzichtige Nobelcomité voor een keer te snel?

Meer informatie:

Beeld: BORTH AADNE SAETRENES/GETTY IMAGES