‘Een sporthart loopt niet meer risico op een hartstilstand’

KIJK-redactie

25 maart 2023 15:00

Portret Veldhuizen. Sporthart krijgt niet vaker een hartstilstand.

In deze column prikt Ronald Veldhuizen elke maand een mythe door. Deze keer: er is weinig bewijs dat een sporthart het vaker begeeft.

Het gebeurt weleens: een topatleet die plots in elkaar zakt door een hartaanval. Denk maar aan profvoetballer Abdelhak Nouri van Ajax, die er in 2017 bijna aan doodging. De oorzaak, zegt de geruchtenmolen, is iets engs: het sporthart. Dat is net zo’n hart als alle anderen, maar dan dikker, gespierder en dus zeg maar ronduit vleziger door alle training. Best een tegendraads idee: juist door veel te sporten, zou je je hart zo erg belasten dat je het misvormt en het uiteindelijk tóch een grotere kans heeft om er plotseling de brui aan te geven.

Nou moe. Ben je net een paar maanden bezig met je goede sportvoornemens, dan is dit geen goed nieuws. Gelukkig is het ook veel te kort door de bocht. Nee, onzin zelfs. Want er is maar bar weinig bewijs voor hoe een goed getraind hart uiteindelijk je doodvonnis kan worden.

Toegegeven: er gebeuren wel allemaal gekke dingen met hartzaken bij topsport. Zweedse langeafstands-langlaufers – een extreme sport – hebben vaker last van kleine hartritmestoornissen. Het hart mist dan een slag of slaat er juist eentje te veel door de extreme inspanning die het moet leveren. Ook is het zo dat jonge topsporters duidelijk vaker dan andere jongeren overlijden aan een hartstilstand.

Lees ook:

‘De kans op zo’n hartstilstand is astronomisch klein’

Dat klinkt allemaal vreselijker dan het is. Over het algemeen leven topsporters gewoon langer dan bankzitters, zag de Spaanse onderzoeker Nuria Garatachea in een grote analyse. Doordat je hart efficiënter gaat pompen als je traint, en sporters vaak soepelere bloedvaten hebben – ze eten meestal ook gezonder – raakt de boel minder snel verstopt. Ook met een kleine ritmestoornis, zoals bij de Zweedse langeafstands-langlaufers, doe je het dan nog steeds beter dan een bankzitter.

De kans op zo’n plotselinge hartstilstand is, zelfs voor topatleten, bovendien astronomisch klein. In Frankrijk komt onder jonge topsporters een dodelijke hartstilstand maar één op de miljoen keer per jaar voor, aldus onderzoekers van het INSERM-instituut. Dat is niks vergeleken bij de kans dat je ooit doodgaat aan andere hart- en vaatziektes (die kans is ongeveer 1 op 6) – een kans die bovendien groter is als je erg vaak stilzit. Daar komt nog iets bij: als een jonge topsporter overlijdt, ligt dat meestal aan een zeldzame aangeboren hartaandoening, en dus niet aan ‘het sporthart’ an sich.

Atleten met een sporthart scoren qua dikte, bouw en prestaties binnen wat hartspecialisten als ‘normaal’ beschouwen voor goed functioneren, schrijft cardioloog Sonia Tolani in het wetenschappelijke tijdschrift Structural Heart. Sport dus zo veel als je hart begeert – daar kan het best mee leven.

Deze column van Ronald Veldhuizen stond ook in KIJK 3/2023.

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!