Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Opeens bleek het wél te kunnen. Niet miljoenen, maar zelfs honderden miljarden euro’s aan onderzoeksgeld gaan nu naar de bestrijding van coronavirussen die twee jaar geleden nog als onbelangrijk werden afgedaan. Dat roept de vraag op: welke ziektes kunnen we met extra geld nog meer te lijf?
Toe maar. Na ruim een jaar coronaviruspandemie gloort er alweer hoop aan de horizon: uit laboratoria en fabrieken rollen meerdere vaccins en straks ook andere hulpmiddelen. Wetenschap in de turbostand, met als brandstof onvoorstelbare bakken geld: in een jaar tijd spendeerde de wereld 21.400 miljard dollar aan de crisis. Daarvan ging een forse 432 miljard dollar naar medische technologie en onderzoek, aldus het internationale ontwikkelingshulpplatform Devex.
Baken je het af naar puur wetenschappelijk coronavirusonderzoek, dan gaat het om 9 miljard dollar; nog altijd het dubbele van het jaarlijkse budget voor malaria, hiv, tuberculose en alle andere infectieziektes bij elkaar.
Dat geeft te denken. Wat nu als de wereldmachten óók de portemonnee trekken voor het rijtje infectieziektes waar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zich al jaren zorgen om maakt, zoals malaria, rivierblindheid, cholera, lepra en rabiës? Dat is sinds de coronacrisis geen fantasie meer: meerdere betrokkenen vragen zich nu hardop af wat een flinke som geld kan brengen.
Dit is het begin van het artikel ‘Geld voor een prikkie’ te vinden in KIJK 12/2021. Deze editie ligt in de winkel vanaf 18 november tot en met 15 december.
Meer informatie:
- Global Health: Landscape of emerging infectious disease research and development. Preventing the next pandemic
- de Volkskrant: WHO keurt eerste malariavaccin goed: een ‘historisch moment’
- de Volkskrant: Ebolavaccin eindelijk een feit, middel blijkt in test 100 procent effectief
- KIJK: Hoe kunnen de coronavaccins zo snel zijn ontwikkeld?
- KIJK: Ontwikkeling coronavaccins is Doorbraak van het Jaar
Tekst: Ronald Veldhuizen
Beeld: Nikki Kahn/The Washington Post/Getty Images