Drie dinotieners sliepen 70 miljoen jaar geleden gezellig samen toen ze fossiel werden, zo suggereert althans nieuw onderzoek.
De meeste fossielen van dinosauriërs bevatten slechts één exemplaar. Het is daarom des te bijzonder als een fossiel wordt gevonden met meerder dino’s die tegen elkaar aan liggen. Zo’n fossiel is nu geanalyseerd door een team van paleontologen onder leiding van Gregory Funston van de University of Alberta (Canada).
Uitsteeksel op de kop
Het fossiel van het dino-trio werd waarschijnlijk door stropers uit een rots gehakt in het Mongoolse deel van de Gobiwoestijn. Ze wilden het in 2006 het land uit smokkelen, maar op het vliegveld werd het door de douane in beslag genomen. Gelukkig maar, anders hadden de wetenschappers dit bijzondere fossiel niet kunnen bestuderen.
De onderzoekers identificeerden het dino-trio als een soort van de dinosaurusgroep der oviraptoriden. Dit zijn dinosauriërs op twee poten, een lange nek en een korte kop met daarop een soort uitsteeksel, dat erg lijkt op de ‘helm’ van de loopvogel casuaris. De beesten leefden tijdens het geologische tijdperk Krijt, van 145 tot 65 miljoen jaar geleden.
Ver in dromenland?
Twee van de drie exemplaren liggen op hun buik, wat ongewoon is voor dinosaurusfossielen. Ze houden hun kop tegen de buik genesteld en de armen eromheen. Omdat de pose zo vergelijkbaar is met struisvogels in diepe slaap, denken de onderzoekers dat de dino’s ver in dromenland waren toen ze stierven en fossiliseerden.
Vanuit de dijbeenlengte en dik kon het gewicht worden ingeschat van de twee redelijke intacte skeletten. Waarschijnlijk waren ze zo’n 45 kilogram elk. Gezien de grootte van de derde, moet deze ook zo ongeveer zo zwaar zijn geweest. Het gaat dus om leeftijdsgenoten, mogelijk broers/zussen of anders neven/nichten van 2 tot 5 jaar – het equivalent van tieners.
Nauw verwant aan vogels
De wetenschappers speculeren dat de dino’s elkaar opzochten vanwege kou. Tezamen dicht tegen elkaar aan gekropen, houdt je je lichaamstemperatuur constant. Ook biedt het tegelijk bescherming tegen roofdieren. Fossiel-deskundige Lars van den Hoek Ostende (Naturalis Biodiversity Center) vindt deze interpretatie logisch. “Deze velociraptors zijn nauw verwant aan vogels, die ook nesten maken voor warmte en bescherming.”
“Wat ik overigens beangstigd vind aan het verhaal is dat het stuk bijna verloren was gegaan voor de wetenschap”, vervolgt hij. “Helaas komt fossielpiraterij maar al te vaak voor. Gelukkig is dit fossiel weer teruggehaald. Jammer is wel dat de vindplaats niet is gedocumenteerd.”
Verder graven
Dat laatst vindte ook dinosaurus-deskundige bij uitstek Anne Schulp (ook Naturalis) een ‘dingetje’. “De geologische/sedimentologische structuren die het fossiel omringden zijn we kwijt. Juist die karakteristieke kenmerken zouden ons precies kunnen vertellen hoe de dino’s stierven. Is er een duin ingestort? Zand overheen gespoeld? Die vragen kunnen we nu niet beantwoorden.”
Door dit probleem is het volgens Schulp niet gek dat het slechts speculeren is naar het hoe en waarom van het sterfgebeuren van de drie dinosauriërs. “Op basis van de geochemische structuur kon gelukkig wel de ruwe vindlocatie worden aangeduid. Het is nu zaak daar goed verder te graven. Wellicht komen we dan een stapje verder”, zegt hij.
Bronnen: Vertebrate Anatomy Morphology Palaeontology, Nature News
Beeld: Gregory F. Funston, Michael W. Skrepnick