Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Galapagospinguïns voeden zich met allerlei kleine visjes. Maar tegenwoordig staan er waarschijnlijk (onbedoeld) ook steeds meer microplastics op het menu.
Op de Galapagoseilanden waggelt een bijzondere vogel: de galapagospinguïn. Hij is voor zijn voedsel afhankelijk van de Humboldtstroom, een relatief koele zeestroming. Het koude water dat uit deze stroom opstijgt, brengt de mineralen van de zeebodem naar de oppervlakte. Daardoor kan er fytoplankton groeien, wat weer wordt gegeten door allerlei kleine visjes, zoals ansjovis en sardientjes. Zij dienen weer als voedsel voor de galapagospinguïn.
De samenhang tussen de verschillende voedselketens in een ecosysteem noem je ook wel een voedselweb. En die staan door microplastics steeds vaker onder druk. Zo ook op de Galapagoseilanden.
Lees ook:
- Plastic veroorzaakt maagschade in zeevogels
- Stormbandpinguïns slapen 10.000 keer per dag – 4 seconden per keer
Microplastics
Dát er microplastics in de oceaan dwarrelen, is meer dan duidelijk. Maar het effect op oceaandieren wordt nog steeds onderzocht. De theorie is dat hoe hoger een dier in de voedselketen staat, hoe hoger het aantal microplastics in zijn lichaam is. Want zijn prooi bevat microplastics, maar ook de prooi van de prooi. Zo hoopt het aantal microplastics in een organisme steeds verder op, zogeheten biomagnificatie.
Om de theorie te testen, ontwikkelden onderzoekers aan de University of British Columbia (Canada) een theoretisch model op basis van geanalyseerd zeewater. Samen met een reeds bestaand model, wilden ze hiermee voorspellen hoeveel microplastics zich in het voedselweb van de galapagospinguïn bevinden. En dus ook in de pinguïn zelf.
In oktober 2021 is er op meerdere locaties zeewaterdata verzameld. Allereerst van Santa Cruz Island, een eiland voor de westkust van de Amerikaanse staat Californië. Daarnaast van zeewater waar de gebruikelijke prooi van de galapagospinguïn in zwemt. Als laatste gebruikten ze data van zeewater rondom plekken waar pinguïnpoep is gevonden.
Plasticdieet voor de galapagospinguïn
En? Het model voorspelde dat het aantal microplastics in de lichamen van organismen rond de Galapagoseilanden tijdens de eerste vijf levensjaar snel toeneemt. Daarna gaat de toename steeds gelijkmatiger en bereikt uiteindelijk een plateau. Bovendien bleek de theorie van biomagnificatie volgens het model te kloppen. De galapagospinguïn zal waarschijnlijk meer plastics in zijn lijf hebben dan zijn proovisjes, zoals sardientjes en haring.
Het blijft natuurlijk een theoretisch model. Of in een pinguïnlijf écht meer plastic zit dan in een vis, is hiermee nog niet honderd procent bewezen. Het onderzoek is meer een stap in de goede richting. Er moet aanvullend onderzoek worden gedaan om het effect van plastic in onze oceanen volledig te duiden.
Als het model klopt, is dat slecht nieuws voor onze ecosystemen. Het bewijst dan dat microplastics niet alleen rondom bewoonde gebieden, maar ook op zeer afgelegen plekken terecht kunnen komen.
Bron: PLOS One
Beeld: Wikimedia Commons