Caught in the act: deze uitgestorven libelle werd 100 miljoen jaar geleden versteend tijdens een versierpoging.
Het leek allemaal zo voorspoedig te gaan: een mannelijke libelle spotte een aantrekkelijk vrouwtje en zette alles op alles om haar voor zich te winnen. Maar toen sloeg het noodlot toe. Hij werd bedolven onder een lading plakkerig hars en heeft zijn paringsdans nooit af kunnen maken.
Breedscheenjuffer
Nu, 100 miljoen jaar na zijn versierpoging, is het lichaam van het ongelukkige mannetje teruggevonden in versteend hars (barnsteen) in Myanmar. Het gaat om een zogenoemde breedscheenjuffer die inmiddels is uitgestorven en de wetenschappelijke naam Yijenplatycnemis huangi heeft gekregen. Nee, die naam hoef je niet te onthouden…
Wat opvalt aan deze uitgestorven soort zijn de lange en brede onderpoten van het dier. Waarschijnlijk heeft hij daar veel profijt van gehad. De onderzoekers denken dat de breedscheenjuffer hun lange poten heen en weer zwaaiden om de aandacht van vrouwtjes te trekken en om roofdieren af te schrikken.
Oogvormige vlek
Verder ontdekten de wetenschappers een oogvormige vlek in het midden van de achterpoot van het dier. Hiermee zouden de breedscheenjuffers hun vijanden afschrikken. Bovendien denken de onderzoekers dat de vlek meehielp om vrouwtjes te lokken. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de ogen op pauwenveren ook aantrekkelijk zijn voor de dames.
Helaas kon zelfs de sexy oogvormige vlek de uitgestorven libelle niet helpen zijn paringsdans tot een happy end(ing) te brengen.
Bronnen: Scientific Reports, Gizmodo
Beeld: Daran Zheng