Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Wetenschappers vinden voor het eerst een fossiel van een neanderthaler dat lid lijkt te zijn van een compleet afgescheiden groep.
Onze beroemde neef, de neanderthaler, bewoonde Europa ongeveer 100.000 jaar eerder dan wij. Lang werd gedacht dat ze daarbij één grote homogene groep, of populatie, vormden. De vondst van neanderthalerresten waarvan de genen ‘ouder’ lijken te zijn dan de daadwerkelijk ouderdom gooit dit idee compleet om. Dat is althans wat onderzoekers van universiteiten in Frankrijk en Denemarken stellen in Cell Genomics.
Lees ook:
- Wat als… de neanderthaler niet was uitgestorven?
- Fossiel van neanderthaler met het syndroom van Down gevonden
- Neanderthalers aten geroosterde krabben
Grot als schuilplaats
Het neanderthalerfossiel Thorin, vernoemd naar een Tolkien-personage, werd in 2015 gevonden in de Mandringrot, in de vallei van de Rhône in Frankrijk. Het grottenstelsel werd door meerdere mensachtigen, waaronder Homo sapiens, gebruikt als schuilplaats (niet allemaal in dezelfde tijd).
Pas recent besloot een team van paleontologen de botten nader te bekijken. Gebaseerd op Thorins locatie in de gesteentelagen, moet hij tussen 40.000 en 45.000 jaar geleden hebben geleefd in dit gebied, kort voor het uitsterven van de soort. Hij was dus waarschijnlijk een ‘late neanderthaler’.
Ouderdom vaststellen
Een paar genetici werden opgetrommeld om de precieze ouderdom van Thorin en de verwantschap met andere neanderthalers vast te stellen. Die haalden DNA uit de tanden en kaken en vergelijken het genenbestand, of genoom, daarvan met die van andere soortgenoten.
Een complete verrassing volgde. De genoomanalyse wees uit dat Thorin veel ouder zou zijn dan de archeologische leeftijd, namelijk meer dan 100.000 jaar oud. Dat zou betekenen dat het fossiel juist behoorde tot een ‘vroege neanderthaler’.
Vroege of late neanderthaler?
Wie had er nu gelijk: de paleontologen of de genetici? Om dat vraagstuk om te lossen, besloot het team de isotopen van Thorins botten en tanden in kaart te brengen. Isotopen zijn atomen van hetzelfde element, maar met een verschillende atoomkern. De verhoudingen tussen twee isotopen kunnen iets vertellen over het klimaat waarin de mensachtige leefde.
Een late neanderthaler leefde ten tijde van een koude en barre ijstijd, terwijl een vroege neanderthaler in een veel warmere wereld vertoefde. Uit de isotopenanalyse bleek dat Thorin tot die eerste categorie behoorde.
‘Oude’ genen
Maar waarom waren Thorins genen dan zo ‘oud’? Volgens het team is de enige verklaring dat de neanderthaler behoorde tot een populatie die heel lang genetisch geïsoleerd bleef van de rest en daardoor niet vermengd is geraakt en maar weinig veranderd.
Thorins genoom lijkt volgens de onderzoekers nog het meest op een individu gevonden in Gibraltar 105.000 jaar geleden. Het idee is dus nu dat Thorins groep rond die tijd migreerde van het zuidelijkste puntje van het Iberische schiereiland naar de Rhône-vallei.
Daar leefden hij en zijn populatiegenoten vervolgens ruim 50.000 jaar lang in isolatie van de rest van de neanderthalers, helemaal tot aan het uitsterven van de hele soort.
Kritische noten
Hoe het kan dat de Thorin-populatie helemaal geen contact had met de rest, weten de onderzoekers nog niet. Wel denken ze dat de ontdekking slechts het topje van de ijsberg is. En dat er misschien wel meerdere populaties van de mensachtige in die tijd die compleet langs elkaar heen leefden.
Hoewel het gaat om een interessante studie met bijzondere inzichten is het ook goed om deze kritisch te bekijken, zo geeft paleontoloog en neanderthaler-expert Wil Roebroeks van de Universiteit Leiden aan. “Het skelet van Thorin zit nog gedeeltelijk in de grond, dus er is geen honderd procent zekerheid over in welke laag het zich bevindt. Maar toch acht ik de kans groot dat het om een relatief late neanderthaler gaat.”
‘Verkeersader’ in de Rhône-vallei
Maar wat Roebroeks vooral opvalt, is het gevonden genoom. “Die is zogeheten low coverage (het betreft niet alle genen van de neanderthaler, red.), wat beperkingen zet op wat je ermee kunt doen. Ook de vergelijking met het genoom dat is gevonden in Gibraltar lijdt onder dit gegeven. Dus je moet wel voorzichtig zijn in het trekken van conclusies over de oorsprong van Thorin.”
Ten slotte zet Roebroeks ook zijn vraagtekens bij de bewering dat er genetische isolatie was in het Rhône-dal. “We weten uit recent onderzoek dat jager-verzamelaars inderdaad soms lange periodes vrij weinig contact hadden met naburige populaties, maar 50.000 jaar is wel een erg lange periode. Zeker gezien het gebied ook bekend staat als ‘verkeersader’ voor jager-verzamelaars in die tijd.”
Toch is het goed dat dit soort onderzoek wordt gedaan. Mocht de geïsoleerde populatie worden bevestigd, dan kan dat mogelijk een rol hebben gespeeld in het uitsterven van de neanderthaler. Isolatie betekent namelijk minder genetische variatie en dat betekent vaak dat de soort zich minder goed kan aanpassen aan klimaatverandering en ziektes.
Bronnen: Cell Genomics, Cell Press via EurekAlert!
Beeld: Ludovik Slimak