Verklaring linkshandigheid binnen handbereik?

Karlijn Klei

02 oktober 2020 15:02

linkshandigheid

Er bestaat niet zoiets als hét linkshandigheidsgen. Volgens onderzoekers dragen minstens 41 plekken in het genoom bij aan de voorkeur voor de linkerhand.

Linkshandigen zijn in de minderheid: slechts 10 procent van de wereldbevolking schrijft, knipt, eet, drinkt – enzovoort – het liefst met zijn of haar linkerhand. Lang dacht men dat er, naast verscheidenen niet genetische factorem, één gen verantwoordelijk voor was.

Zoals meestal, blijkt de werkelijkheid veel ingewikkelder te zijn. Eén ‘handigheidsgen’ is er, zo schrijven onderzoekers in vakblad Nature Human Behaviour, in ieder geval niet. Middels een grootschalige studie waarbij ze het DNA van meer dan 1,7 miljoen mensen onder de loep namen, ontdekten de onderzoekers 41 plekken in het genoom die iets te maken hebben met linkshandigheid.

Lees ook: Linkshandigendag: feiten (en fabels) op een rij

‘Handigheid’

Voor welke hand je een voorkeur ontwikkelt, staat niet in het spreekwoordelijke steen geschreven. Het is een complexe combinatie van erfelijke en omgevingsfactoren: sommigen worden linkshandig geboren, sommigen ontwikkelen gaandeweg een voorkeur voor hun linkerhand.

Om te achterhalen welke delen van het genoom (al het genetisch materiaal) een rol speelt bij links- en tweehandigheid, namen de onderzoekers in een van de grootschaligste studies van zijn soort, het DNA van 1.766.671 mensen onder de loep. Van deze mensen waren 194.198 linkshandig en 37.637 tweehandig.

Associatie

Het team maakte gebruik van een zogenaamde genoomwijde associatiestudie (Engels: genome-wide-association study of GWAS). Zoals de naam suggereert, wordt hierbij gekeken naar associaties tussen bepaalde plekken in het genoom en een bepaalde eigenschap: in dit geval links- of tweehandigheid. Plekken waar specifieke variaties van de genetische bouwstenen bij mensen mét de eigenschap consistent voorkomen, maar significant minder of niet bij de mensen zonder, worden met deze eigenschap geassocieerd.

Mede dankzij de grote steekproef vonden de onderzoekers op deze manier 41 plekken in het genoom die waarschijnlijk iets te maken hebben met linkshandigheid. Daarbij vond het team zeven locaties die mogelijk betrokken zijn bij tweehandigheid.

Eiwitten en asymmetrie

De resultaten bevestigen de eerdere aanname dat ‘handigheid’ voor pakweg 25 procent verklaard kan worden door genetica. Ter vergelijking: men vermoedt dat dat bij eigenschappen als lengte tot 70 procent zou kunnen zijn.

Veel van de 41 locaties gekoppeld aan linkshandigheid bevatten genen die coderen voor zogenaamde microtubili. Deze buisvormige eiwitten spelen onder meer een belangrijke rol bij de ontwikkeling van neuronen en het vermogen van het brein zich aan veranderingen in de omgeving aan te passen.

Bijzonder is volgens de onderzoekers dat genen die elders in het lichaam asymmetrie beïnvloeden, zoals aan welke kant van het lichaam het hart zit, niet bij ‘handigheid’ betrokken lijken te zijn. Daarbij vond het team weinig overlap tussen regio’s in het genoom die bijdragen aan links- en tweehandigheid. Dat zou suggereren dat tweehandigheid, ook wel ambidextrie genoemd, complexer is dan men dacht.

Hoe deze 48 plekken in het genoom handigheid precies beïnvloeden, is dus nog niet duidelijk. Zo’n GWAS wijst onderzoekers vooral in de juiste richting. Het exacte hoe, wat, wanneer, hoeveel en waarom zullen vervolgonderzoeken naar deze veelbelovende plekken in het genoom moeten uitwijzen.

Bronnen: Nature Human Behaviour, The University of Queensland via The Conversation

Beeld: iStock/Getty Images

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!