Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De geringde wormsalamander scheidt niet alleen gif uit via zijn huid, maar ook via kliertjes in de kaken. Althans, dat is wat deze biologen denken.
Wat hebben een cobra, een komodovaraan en een gilamonster gemeen? Ze beschikken allemaal over gifklieren in de kaak waarmee ze venijnig kunnen bijten. Lang werd gedacht dat deze eigenschap – het hebben van gifklieren in de kaken – enkel een paar reptielen toebehoorde, niet amfibieën. Maar na de geringde wormsalamander (Siphonops annulatus) beter te hebben bestudeerd, moeten wetenschappers daar misschien op terugkomen.
Lees ook:
Slangachtige wormsalamander
Mocht je de geringde wormsalamander in de tropische regenwouden van Zuid-Amerika tegenkomen dan zou je denken oog in oog te staan met een slang (hoewel zijn ogen lastig zijn te herkennen). Dankzij het gladde, cilindrische lijf doet de amfibie namelijk eerder aan een reptiel denken.
De wormsalamander wordt zo’n 30 tot 45 centimeter lang en kan gif afscheiden via huidklieren in zijn staart. Dit doet de amfibie om zich te verdedigen tegen roofdieren, net als veel tropische kikkersoorten, zoals pijlgifkikkers, doen.
Maar nadat ze het beestje nog eens onder de loep namen, ontdekten Braziliaanse en Amerikaanse wetenschappers dat de boven- en onderkaken van de geringde wormsalamander eveneens kliertjes bevatten. Kanaaltjes lopen van elk van deze klieren naar de basis van de tanden.
Het onderzoeksteam vermoedt dat deze klieren sappen produceren als de wormsalamander op zijn prooi kauwt. Dit moet echter nog worden bewezen. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat de amfibieën geen speciale holle giftanden hebben waarmee het venijn in slachtoffers wordt gesproten, zoals de meeste gifslangen.
Wel of niet giftig?
“Dit is erg spannend onderzoek!”, mailt herpetoloog Roel Wouters van de Universiteit Leiden. “Wat mij betreft is de uitkomst niet verrassend, omdat er op het gebied van gifevolutie zoveel is dat we nog niet weten.”
Wel wijst Wouters erop dat het hier alleen nog om een observatie gaat. “Meer uitgebreid onderzoek naar de ontwikkeling en evolutie, maar ook functie en samenstelling van het (mogelijke) gif is nodig.” Hier wijzen de wetenschappers zelf ook op in hun paper in iScience.
Wouters: “De onderzoekers geven bijvoorbeeld aan dat er een hoge activiteit van PhospholipaseA2 (PLA2) wordt aangetroffen in het ‘speeksel’ van de wormsalamander. PLA2 is een bekende toxine die bij een gifslangenbeet kan leiden tot flinke schade, maar best veel meercellige dieren scheiden PLA2 uit in hun speeksel (van teken tot mensen), dit maakt het niet per definitie giftig. Dus laten we de wormsalamander niet meteen als een dodelijk en gevaarlijk dier bestempelen.”
Blijkt straks uit vervolgonderzoek dat het goedje inderdaad uit giftige componenten bestaat, dan laat dat voor het eerst zien dat sommige amfibieën ook actief gif kunnen injecteren. “En dat is op zich een fascinerende ontdekking”, zegt Wouters. “Het zal mij ook niet verbazen dat meer amfibieën dit hebben wanneer je ze goed gaat onderzoeken. We zullen het de komende jaren horen. Ik ben benieuwd naar het verdere onderzoek.”
Bronnen: iScience (pdf), Utah State University via EurekAlert!, New Atlas, Gizmodo
Beeld: Butantan Institute, Brazil