Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Door vijftig geveltuintjes in Amsterdam en vijftien in Den Haag onder de loep te nemen, kwamen milieuwetenschappers van de Universiteit Leiden en Universiteit van Amsterdam tot de conclusie dat deze stukjes groen een bron van leven zijn. Wij spraken over de ontdekking met Joeri Morpurgo.
Waarom onderzochten jullie geveltuintjes?
“Er wordt vanuit de ecologie vaak gedacht: in de stad is bijna geen groen. En wat er groeit, doet er niet zo toe. Daar waren mijn collega’s en ik het niet helemaal mee eens. We wilden weten hoe het echt zat met het groen in de stad. We focusten ons op de geveltuintjes, omdat dit unieke stukjes groen zijn die eigenlijk nog nauwelijks zijn onderzocht.”
Lees ook:
- Veel Nederlandse plantensoorten zullen klimaatvluchteling worden
- Dit kleine plantje heeft het grootste genoom ooit: 50 keer meer DNA dan de mens
En wat vonden jullie daar?
“Dat er in die kleine tuintjes een grote diversiteit aan planten is. In 108 vierkante meter geveltuin, vinden we 235 verschillende soorten planten, en 154 soorten insecten. Over het algemeen geldt: hoe meer plantenbedekking in de geveltuin en hoe meer plantensoorten, hoe meer insectensoorten er voorkomen. Het is daarbij wel grappig om te vermelden dat het dan niet per se om meer herbivore insecten gaat – waar sommige mensen toch een beetje bang voor zijn, omdat ze geen pesten bij hun huis willen.”
Jullie onderzoek deed ook nog wel wat stof opwaaien.
“Ja, een andere belangrijke ontdekking van ons onderzoek bracht aardig wat discussie met zich mee. Namelijk de conclusie dat exotische planten in de geveltuintjes evenveel insecten aantrekken als inheemse soorten. De exotische stokroos heeft bijvoorbeeld een zogeheten specialistische band met de stokroossnuitkever; dit insect eet alleen van kaasjeskruid plantenfamilie, zoals de stokroos. Een soortgelijke band bestaat er ook tussen de niet inheemse lavendel en de natuurlijke kerstbal onder de kevers: het rozemarijngoudhaantje. Met het introduceren van invasieve exoten (organismen die van nature niet in een land voorkomen en die schadelijk zijn voor de inheemse natuur – red.) is het natuurlijk een paar keer verschrikkelijk fout gegaan in de wereld; dus de angst is in die zin terecht. Maar ik denk dat we best een paar niet-invasieve exoten in de stad kunnen gebruiken.”
Wat is het voordeel van de biodiversiteit in geveltuintjes?
“Een belangrijke theorie in de ecologie is dat er metapopulaties bestaan. Het stelt dat verschillende populaties in een landschap met elkaar individuen uitwisselen wat genetische diversiteit verhoogt. Dit geldt ook voor belangrijke bestuivers. Als er in landbouwgebieden – waar de omstandigheden voor bestuivers vaak niet zo goed zijn – lokale uitsterving heerst, kunnen de populaties aan bestuivers uit het stadsgroen dit opvangen. De gehele populatie wordt daar sterker van. Daarnaast zijn de larven van sommige bestuivers, zoals die van de zweefvliegen, verschrikkelijk effectieve roofdieren. Ze kunnen pesten, zoals bladluizen, opruimen.”
Deze Aan het woord staat ook in KIJK 10/2024.
Beeld: