Goochelaars en wetenschappers. Die twee staan dichter bij elkaar dan je misschien denkt. Talloze wetenschappers doen namelijk onderzoek naar goochelaars en goocheltrucs. Ze willen ontdekken hoe die ons voor de gek houden, om zo meer te leren over de menselijke psychologie. Maar kun je de boel ook omdraaien en wetenschap gebruiken om betere trucs te bedenken?
Natuurlijk bevat elke goocheltruc een ‘magisch’ moment: de munt verdwijnt in het niets of de duidelijk in tweeën gezaagde assistent wordt tóch weer aan elkaar geplakt. Maar goede goocheltrucs bieden daarnaast meteen een verklaring voor die magische gebeurtenis. Zelfs in een goochelshow verandert een speelkaart niet spontaan in een roos of een duif. Dat gebeurt alleen wanneer de goochelaar in zijn vingers knipt of met een toverstaf zwaait. Uiteraard geloven toeschouwers niet echt dat een gebaar of een stok zulke bovennatuurlijk krachten bezit. Maar uit onderzoek blijkt wel dat zo’n zogenaamde pseudoverklaring hun betrokkenheid bij de truc vergroot.
Verwarrend raadseltje
Logisch ook, vindt Gustav Kuhn. Hij is psycholoog en staat aan het hoofd van het MAGIC-lab van de Universiteit van Londen, een interdisciplinair instituut volledig gewijd aan de wetenschap van het goochelen. In zijn boek Experiencing the Impossible. The Science of Magic legt hij uit dat mensen graag denken in termen van oorzaak en gevolg. Wanneer een goocheltruc een magische gebeurtenis zonder verklaring toont, dan ziet het publiek een gevolg zonder oorzaak – en dat is onbevredigend. De goocheltruc is dan geen betoverend moment, maar een verwarrend raadseltje. “Pseudoverklaringen leggen de grondslag voor goochelarij”, schrijft Kuhn. “En goochelaars creëren bijna nooit een illusie zonder daarvoor op zijn minst een oorzaak te suggereren.”
In KIJK 2/2024 lees je nog meer tips die wetenschappers voor goochelaars hebben. Deze editie ligt nu in de winkel en is ook online te bestellen via de knop hieronder.
Tekst: Rik Peters
Beeld: iStock/Getty Images, Shutterstock, Pascal Tieman