Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Biologen kennen de reuzenkolibrie al eeuwen. Maar ze zijn er nu pas achter dat ze al die tijd naar twee verschillende soorten hebben gekeken.
De reuzenkolibrie is ’s werelds grootste kolibrie en heeft het formaat van een spreeuw (ongeveer 23 centimeter lang). Wetenschappers gingen ervan uit dat er maar één soort reuzenkolibrie bestaat. Maar dat klopt niet, ze kijken al eeuwen naar twee verschillende soorten. Dat schrijft een team biologen in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.
Lees ook:
- ‘De kolibrievleugel wekt een sterke kracht naar boven op’
- Bijzonder: zo vliegt een kolibrie door een waterval
Charles Darwin
Sommige populaties reuzenkolibries blijven hun hele leven in het hoge Andesgebergte. Maar er zijn ook populaties die een stuk zuidelijker broeden, langs de kust van Chili, en daarna ergens naartoe vliegen.
In 1834 merkte Charles Darwin die migrerende reuzenkolibries al op. Maar sindsdien is het een raadsel gebleven waar ze nou eigenlijk naartoe vliegen. Dat komt grotendeels door technische moeilijkheden. De vogels zijn extreem ligt en met een zware tracker zouden ze niet kunnen vliegen.
Verstopt tussen andere reuzenkolibries
Maar daar is nu verandering in gekomen. De onderzoekers ontwikkelden in 2021 een lichtgewicht ‘rugzakje’ met tracker. In deze nieuwe studie bevestigden ze die op de rug van acht reuzenkolibries in Chili. Daarmee konden ze zien dat de vogels naar het Andesgebergte in Peru vlogen. Heen-en-weer is dat ruim 8300 kilometer, de langste kolibriemigratie ter wereld.
“Dit was nog nooit iemand opgevallen”, zegt Christopher Witt, een van de onderzoekers, in een persbericht. “Ze ‘verstoppen’ zich daar namelijk tussen de niet-migrerende reuzenkolibries. De twee varianten van de reuzenkolibrie zien er bijna identiek uit.” Jarenlang zagen ornithologen en vogelaars dan ook geen verschil.
Chimpansees en bonobo’s
Maar dat blijkt er wel degelijk te zijn. Het team analyseerde namelijk ook het DNA van de twee varianten. En hieruit bleek dat het eigenlijk om twee verschillende soorten gaat. Witt: “Ze verschillen net zo veel van elkaar als chimpansees van bonobo’s.”
Na verder onderzoek vonden ze ook fysieke verschillen. De migrerende reuzenkolibries zijn bijvoorbeeld iets kleiner, hebben ander bloed en hebben andere longen. Die eigenschappen komen goed van pas tijdens hun lange trektocht.
De onderzoekers merkten ook op dat de migrerende soort onderweg naar de Andes in drie weken tijd ruim 4100 meter stijgt. Tijdens die klim houden de kolibries pauzes, zodat hun bloed en longen kunnen acclimatiseren aan de hoogte. Deze techniek is vergelijkbaar met die van menselijke bergbeklimmers.
Nieuwe namen
De nieuwe soorten hebben natuurlijk ook nieuwe namen nodig. De biologen doen daarom een eenvoudig voorstel: noordelijke reuzenkolibrie en zuidelijke reuzenkolibrie.
De zuidelijke migrerende soort behoudt dan de oorspronkelijke Latijnse naam Patagona gigas. Voor de noordelijke vogels stellen ze de naam Patagona chaski voor. ‘Chaski’ is Quechua voor ‘boodschapper’, verwijzend naar boodschappers uit het Inca-rijk. Quechua is een familie van inheemse talen in het Andesgebergte.
Flinke uitdagingen
Het onderzoek was overigens niet eenvoudig. In Chili ving het team slechts één zuidelijke reuzenkolibrie per 146 uur, de vogels zijn namelijk erg oplettend. Ook het veldwerk in het Peruaanse Andesgebergte was uitdagend; de onderzoekers werkten en kampeerden wekenlang op steile hellingen vol met cactussen en zonder elektriciteit of stromend water.
Bronnen: Proceedings of the National Academy of Sciences, University of New Mexico via EurekAlert!, Cornell University via EurekAlert!