Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Dick Gieskens stelt de vraag: hoe verloopt de overgang van organisch materiaal naar aardgas of aardolie? En kun je dat nabootsen om zelf fossiele brandstoffen te maken?
Aardgas en aardolie ontstaan uit plantaardige en soms ook dierlijke resten op de zeebodem, vooral afgestorven plankton. Als hier geen zuurstof bij komt, vergaan die resten niet, maar hopen zich op. Uiteindelijk raken ze bedekt door steeds meer sedimenten. Bacteriën die in deze omstandigheden gedijen, breken het organische materiaal gedeeltelijk af. Hierdoor vormt zich kerogeen, een wasachtige substantie die uit lange koolwaterstofketens bestaat. Kerogeen is te vinden in teerzanden en olieschalie. Als de druk en de temperatuur vervolgens oplopen, vallen de kerogeenmoleculen uiteen in kortere koolwaterstoffen en kan aardolie (bij temperaturen van 60 tot 100 graden) of aardgas (bij meer dan 100 graden) ontstaan. Dit gebeurt meestal op een diepte van ongeveer 3 kilometer.
Lees ook:
We kunnen dit niet nabootsen. Ten eerste duurt het proces miljoenen jaren, en ten tweede kost het enorm veel energie om organisch materiaal onder de benodigde druk (van ongeveer 100 miljoen pascal) samen te persen. Het is efficiënter om dat organische materiaal zelf als brandstof te gebruiken. Wel zijn er al experimenten gedaan met de verhitting van algen en van vermalen biologisch afval, om hier een vloeibare brandstof van te maken.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 8/2021.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl.
Tekst: Marlies ter Voorde