Hoofdharen, okselharen, neusharen of wimpers; ze worden niet allemaal even lang, en dat is maar goed ook. Maar hoe weten haren hoe lang ze moeten worden?

Om dat te begrijpen volgt eerst een lesje haargroei. Haren groeien uit haarzakjes in de huid. De groeicyclus doorloopt drie fases: de anagene fase oftewel groeifase waarin 80 tot 90 procent van de haarzakjes zich bevinden, de katagene fase oftewel overgangsfase waarin het haar los komt te zitten (1 tot 3 procent), en de telogene fase oftewel rustfase waarin het haar uitvalt en het haarzakje zich voorbereidt om een nieuwe haar te vormen (10 tot 18 procent). Hoe langer een haar in de groeifase zit, hoe langer hij wordt.

Lees ook:

• Welke organen kun je allemaal missen?
• Kun je flaporen tegengaan door ze vast te plakken?

Groeifase

De haren op ons hoofd zitten het langst in de groeifase – zo’n twee tot zes jaar, afhankelijk van onze genen – en de haren op het onderste ooglid het kortst. Hoofdhaar groeit ongeveer 15 centimeter per jaar en kan dus maximaal 90 centimeter lang worden. Lichaamsharen, zoals schaamhaar en neushaar, bevinden zich gelukkig slechts 30 tot 45 dagen in de groeifase en groeien ook nog eens langzamer. Ze zullen daardoor altijd kort blijven.

Hormonen hebben een grote invloed op de groeicyclus. Dihydrotestosteron (DHT), een actieve vorm van testosteron, veroorzaakt de kaalslag bij mannen. Het vermindert de doorbloeding van de hoofdhaarzakjes, verkort de groeifase en put de haarzakjes uit, waardoor ze uiteindelijk afsterven. Hoe ouder je wordt, hoe meer testosteron wordt omgezet in DHT. Wonderlijk genoeg gaan wenkbrauwen, neus- en oorharen juist weliger tieren naarmate ze ouder worden. Dat komt doordat lichaamshaar, in tegenstelling tot hoofdhaar, juist goed gedijt bij hoge testosteronniveaus.

Haaruitval

Ook vrouwen ontkomen niet aan hormonale invloeden. Na de overgang daalt bij hen de hoeveelheid vrouwelijke hormonen, waardoor testosteron vrij spel krijgt: het hoofdhaar wordt dunner en de lichaamsbeharing neemt onherroepelijk toe. Tijdens een zwangerschap krijgen vrouwen vaak een vollere bos haar, die ze drie tot vier maanden na afloop weer kwijtraken.

Naast erfelijkheid en hormonen kunnen extreme stress, gezondheidsproblemen en medicijngebruik ervoor zorgen dat je haar versneld in de telogene fase komt, waardoor je ineens veel haaruitval hebt. Gelukkig herstelt je haardos zich meestal volledig.

Deze vraag kon je vinden in KIJK 12/2020.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. 

Tekst: Judith Neimeijer

Beeld: 123RF

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!