Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Het zeeniveau varieert per tijdstip en plek op aarde, dus hoe kun je dat meten?
Het zeeniveau stijgt momenteel zo’n 3 millimeter per jaar. Peter uit Zoetermeer vraagt zich af hoe zulke kleine hoogteverschillen te meten zijn. Het zeeniveau varieert immers per tijdstip en plek op aarde, onder invloed van getijden, de draaiing van de aarde en zwaartekrachtverschillen.
Lees ook:
Zeeniveau meten
Dat maakt het bepalen ervan inderdaad tot een ingewikkelde klus, waarbij je de meetwaarden moet corrigeren voor bovengenoemde factoren. Op sommige plekken daalt de zeespiegel zelfs, bijvoorbeeld doordat slinkende ijskappen steeds minder water aantrekken. Gelukkig zijn er tegenwoordig satellietmetingen, waarmee je de zeespiegel wereldwijd vanaf een constante hoogte in kaart kunt brengen en ook de zwaartekracht kunt bepalen.
Tot 1992 gebruikte men peilstokken, die aan kademuren vastzaten. Dat gaf een extra probleem, want de muur zelf kon ook omhoog of omlaag gaan door bewegingen in de ondergrond. Dat heb je met satellieten niet, hoewel je nog steeds moet opletten of je geen omhoogkomende oceaanbodem aan het meten bent, in plaats van een extra hoeveelheid zeewater.
De variatie wordt meestal over een wat langere periode bepaald. Zo steeg de zeespiegel van 1993 tot 2010 gemiddeld zo’n 2,8 tot 3,6 millimeter per jaar. (Er wordt dus een behoorlijke onzekerheid in acht genomen.) Het opgetelde effect van alle bronnen, zoals de uitzetting van het zeewater door de warmte, en het volume aan ijs dat van het land is verdwenen, geeft vergelijkbare waarden.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 6/2019.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl.
Tekst: Marlies ter Voorde
Beeld: OECD/CC BY-SA 2.0