Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Hommels lijken meer op mensen dan we dachten: ook zij kunnen elkaar dingen uitleggen. Dat blijkt uit een studie in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
Dat we als mensheid zover zijn gekomen, danken we aan de mogelijkheid dingen van elkaar te leren. We bouwen voort op de kennis van onze voorouders. Zonder deze vaardigheid zou onze ontwikkeling er heel anders uit hebben gezien. Gedragsecoloog Lars Chittka, die meewerkte aan de nieuwe studie naar hommels, legt deze skill als volgt uit: “Stel dat je kinderen op een onbewoond eiland dropt. Met een beetje geluk overleven ze het, maar ze zullen nooit weten hoe ze moeten lezen en schrijven, want die kennis verkrijg je door te leren van voorgaande generaties.”
Lang werd gedacht dat deze eigenschap alleen aan mensen is voorbehouden. Maar die opvatting staat op steeds lossere schroeven. Zo blijkt uit de studie van de University of Sheffield, Yale University en Queen Mary University of London dat ook hommels kennis van elkaar overnemen. Volgens de onderzoekers is het de eerste keer dat dit fenomeen in ongewervelde dieren is aangetoond.
Lees ook:
- Hommels laten zich op de grond vallen om aanvallende hoornaars af te schudden
- Hommels spelen graag met balletjes
Hommels aan de puzzel
Om aan te tonen dat hommels aan kennisoverdracht doen, lieten ze de dieren puzzels oplossen. Het was al bekend dat hommels aan touwtjes trekken en balletjes laten rollen in ruil voor een beloning. Maar, zo beredeneren de onderzoekers, zulk gedrag kan een hommel helemaal zelf bedenken. Daar heeft hij geen ‘uitleg’ van medehommels voor nodig. Daarom bedachten ze een heel moeilijke puzzel. Eentje die de hommel nooit alleen zou kunnen oplossen.
Ze creëerden een puzzeldoos met daarin een suikeroplossing. Daar kwam de hommel alleen bij, als hij zowel een rood als een blauw obstakel uit de weg wist te duwen. In de video hieronder zie je de hommel een demonstratie geven.
Een deel van de hommels werd door de onderzoekers getraind om de puzzel correct uit te voeren. Daarvoor gaven ze de hommel op twee punten een beloning. Na twee dagen training, snapten ze hoe de puzzel werkte. De onderzoekers gaven ook een paar hommels 24 uur de tijd om in hun eentje de puzzel op te lossen. Zij hadden geen idee wat ze moesten doen en verloren al snel hun interesse. Daaruit concludeerden de onderzoekers dat het de hommels in hun eentje nooit zou lukken de suikeroplossing te bereiken. Een belangrijk gegeven als je kennisoverdracht wil aantonen.
De grote test
Toen begon de echte test: kijken of de hommels die het trucje kenden, het konden uitleggen aan een nieuwe set hommels. En jawel, van de vijftien hommels die nog nooit een puzzeldoos hadden gezien, wisten er vijf met ‘instructies’ van de getrainde hommels de suikeroplossing te bereiken. De kennisoverdracht is volgens de onderzoekers hiermee aangetoond.
Maar staat de cumulatieve cultuur van de hommel dan ook gelijk aan die van de mens? Die vraag ligt nog steeds open. Je spreekt van een cumulatieve cultuur als een populatie geleerd gedrag verbetert en doorgeeft aan de volgende generatie. Het gedrag moet dus dusdanig complex zijn, dat een organisme het niet zelf had kunnen bedenken. Dat is volgens de onderzoekers ook de limitatie van deze studie. Ze kunnen niet uitsluiten dat een hommel ooit in zijn leven de puzzel had kunnen oplossen, zonder hulp van buitenaf.
Mens toch uniek?
Volgens de onderzoekers is in het lab nooit onomstreden aangetoond dat een dier gedrag vertoont dat hij nooit zonder de hulp van soortgenoten had kunnen uitvoeren. Er zijn wel voorbeelden van wilde dieren die een cumulatieve cultuur lijken te hebben. Denk aan makaken die hun voedsel wassen in zeewater voor een betere smaak en kraaien die gereedschap maken van bladeren. Maar hoe bewijs je het fenomeen in een labsetting? Daar is volgens de onderzoekers nog geen antwoord op.
Het enige dat ze met deze studie hebben aangetoond, is dat de hommel over vergaande leermogelijkheden beschikt. Ze vermoeden dat andere insecten, zoals honingbijen, hetzelfde vermogen hebben. De dans die honingbijen uitvoeren als ze nectar vinden, is wellicht een kandidaat voor cumulatieve cultuur. Lange tijd werd gedacht dat de dans gewoon instinctief is. Maar aangezien bijenkolonies (tientallen) jaren meegaan, bestaat er een kans dat hij van generatie op generatie is overgedragen.
Bron: Nature
Beeld: Thijs van der Weide/Pexels
Video: Queen Mary University of London