Door de aswolk van de vulkaan onder de IJslandse Eyjafjallajökull-gletsjer ligt het vliegverkeer in grote delen van Europa helemaal plat. Wat maakt die as zo gevaarlijk voor vliegtuigen?
Hoewel er vanaf de grond vrijwel niets te merken is van de aswolk boven ons land, is het levensgevaarlijk om er doorheen te vliegen. Volgens Joris Melkert, universitair docent Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de Technische Universiteit Delft, zijn er drie redenen waarom vliegen op dit moment echt niet mogelijk is.
Ten eerste: “De aswolk bestaat uit heel kleine glas- en zanddeeltjes die door de vulkaan omhoog zijn gespuwd. Deze deeltjes bewegen vrij langzaam, maar als een vliegtuig hier met ongeveer 900 kilometer per uur doorheen vliegt, wordt het in feite helemaal gezandstraald. De verf gaat eraf en de piloten zien helemaal niets meer.”
Daarnaast levert de aswolk problemen op voor de airconditioning in het vliegtuig, legt Melkert uit. “Het vliegtuig voorziet zichzelf tijdens de vlucht van verse buitenlucht. Als deze lucht vies is, dan komt dat vuil toch het vliegtuig binnen. In het vliegtuig zal een soort vreemde mist ontstaan. Dat spul dringt overal binnen en tal van instrumenten zullen vies worden. En die zijn vaak moeilijk weer schoon te krijgen.”
Maar het grootste gevaar schuilt in de hoge temperatuur van de motoren. “De silica in de aswolk hebben een smeltpunt van ongeveer 1100 graden Celsius, terwijl de motoren tegenwoordig 1400 graden Celsius heet worden. De silicadeeltjes zullen in de verbrandingskamers en de turbines van de motor terechtkomen en daar smelten ze door de hoge temperatuur. Er ontstaat vervolgens een dikke stroop die in de motoren kruipt, waardoor deze uiteindelijk zullen uitvallen. Met alle gevolgen van dien uiteraard.”
Een schuldige zoeken voor het stilleggen van het vliegverkeer is onterecht, stelt Melkert. “Het is typisch een gevalletje overmacht. Hier is niets aan te doen; het staken van het vliegverkeer is in dergelijke gevallen de enige optie.”
Beeld: JPL/NASA