‘Hersenimplantaten komen er sowieso’

KIJK-redactie

13 mei 2017 13:00

Kevin Kelly

Kunstmatige intelligentie is al zo slim dat wij mensen de computer eigenlijk niet meer kunnen volgen. Door het tempo waarin nieuwe technologie zich ontwikkelt, krijgen we amper de tijd om eraan te wennen. Gelukkig laat de Amerikaanse futuroloog Kevin Kelly zien waar het allemaal heen gaat.

KIJK: U bent altijd zo optimistisch over de toekomst, terwijl er zo veel dingen zijn om je zorgen over te maken. Hoe komt dat?

“Ik ben optimistisch vanwege het verleden. Als je naar wetenschappelijke data kijkt, dan is het overduidelijk dat gemiddeld genomen alles beter is geworden. Mondiaal gaat het elk jaar een klein beetje beter. Als je naar het nieuws kijkt, zie je dat niet. Daar zie je alleen de uitzonderingen. Die ruis overstemt het goede nieuws. Als mensen 49 procent van de wereld vernietigen, dan is dat de kop in de krant. Toch is zo veel afbreken prima, zolang mensen ook steeds één procent meer opbouwen dan dat er wordt gesloopt. Ik haal heel veel optimisme uit die ene procent verbetering, ook op korte termijn. Eén procent verbetering per jaar, dat is beschaving.”

Toch wijst u ook op de minder leuke kanten van technologie, zoals aantasting van privacy. Moeten we dat allemaal wel zonder meer omarmen?

“Ik breek een lans voor het omarmen van nieuwe technologie, omdat dat de manier is waarop we de ontwikkelingen kunnen sturen. Het is ook de enige manier om te ontdekken wat de echte problemen zijn in plaats van de gevaren die mensen zich inbeelden. Kunstmatige intelligentie en virtual reality zijn de problemen van morgen. De oplossing voor die problemen is niet mínder technologie, maar juist meer en betere technologie. Vooruitgang komt voort uit nieuwe problemen. Het is een cyclus, een zich almaar uitbreidende cirkel. Voor mij betekent dat een toename in mogelijkheden. Dat is wat vooruitgang is.”

Dit is een fragment uit het interview te vinden in KIJK 6/2017. Deze editie ligt in de winkel vanaf 26 mei tot en met 21 juni. 

Meer informatie:

Tekst: Jaap Meijers

Beeld: TED