Trouwe vragenstelster Corrie Visser vraagt zich af of je een leugendetector voor de gek kunt houden als je echt gelooft wat je zegt, bijvoorbeeld omdat je je niet alles herinnert. “Wat zou zo’n leugendetectortest dan uitwijzen?”
Al vroeg in de twintigste eeuw werd ontdekt dat mensen lichamelijke veranderingen vertonen als ze liegen: ze raken een beetje gestrest. In het begin lette men daarbij vooral op een verhoogde bloeddruk en hartslag, maar moderne apparaten meten ook minimale veranderingen in ademhaling, hersenactiviteit (met een MRI-scan), de pupillen, en de elektrische eigenschappen van de huid (zweet).
Pokerface
Er zijn twee manieren om zo’n leugendetector of polygraaf ’te verslaan’. De eerste is dat je de leugendetector zelf voor de gek houdt. Wanneer je ook tijdens het geven van eerlijke antwoorden al gespannen reageert, ziet de polygraaf het verschil niet met de stressreactie bij een echte leugen. Dat lukt door bijvoorbeeld aan een traumatische ervaring te denken of jezelf pijn te doen (zoals in de film Ocean’s Thirteen gebeurt.) Het is dan wel handig om een pokerface te hebben, want een beetje polygraaf-operator kent dat soort trucjes.
De andere optie is – zoals Corrie Visser suggereert – jezelf er oprecht van overtuigen dat je de waarheid spreekt. Als je hersenen namelijk echt geloven dat iets waar is, blijft de lichamelijke ‘leugenreactie’ ook achterwege.
CIA en de leugendetector
Juist omdat de polygraaftests niet waterdicht zijn, mogen de resultaten, ook in de VS, niet tijdens een rechtszaak worden gebruikt. Maar de politie zet de tests wel in om sneller te kunnen bepalen of ze met een verdachte op het juiste spoor zitten. En de CIA (maar ook andere overheidsdiensten) zet leugendetectors in bij het screenen van potentiële werknemers.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Beeld: Thompson & Toresen