Bomen delen hun voedingstoffen toch via een ondergronds schimmelnetwerk? Columnist Ronald Veldhuizen noemt dit idee onzin.
Aan één ding in de sciencefictionfilm Avatar heb ik me altijd blauw geërgerd: de Moederboom. Die is, precies zoals de naam doet vermoeden, een reusachtige boom met een soort ‘moederlijk’ bewustzijn, die alle planten en dieren in het bos met elkaar verbindt. Met haar erbij is het bos een superorganisme. De lokale oerwoudaliens zingen liedjes rondom de boom. “Het is maar een film”, vertel ik mezelf terwijl ik wacht op de leukere scènes.
Meer columns van Ronald Veldhuizen:
Lieve bomen sterven uit
Bleef het maar bij de film. Want wat blijkt? De inspiratie voor Avatar komt vrijwel rechtstreeks uit de wetenschap. Het gaat om het Wood Wide Web-idee van de Canadese bioloog Suzanne Simard, die zelfs een boek schreef dat Op zoek naar de Moederboom heet. Volgens Simard ‘praten’ bomen in een bos met elkaar via een schimmelnetwerk, dat met hun wortels is verbonden. Zo wisselen ze zelfs voedingsstoffen uit om elkaar te helpen in nood, óók als ze tot verschillende soorten behoren.
Kijk, waanzinnige schimmelnetwerken bestaan echt. Maar dat bomen zo’n netwerk als breinnetwerk en voedseldonatiemarktplaats gebruiken, klinkt me als bioloog te liefdadig in de oren. Er hoeft maar één boom te zijn die denkt: ‘Ja dàààg, ik houd al het lekkers voor mezelf en krijg de rest cadeau van de buren.’ Die boom zal het best groeien en zich het meest voortplanten. De lieve bomen sterven dan uit.
Nu blijkt dat een hoop biologen om dezelfde redenen dat verhaal ook niet geloven. Zo merkt plantecoloog Kathryn Flinn in Scientific American op dat best veel bomen stoffen in de grond dumpen om hun buren te vergiftigen, in de strijd om zonlicht en voeding. Eigenlijk ontbreekt fatsoenlijk bewijs voor een liefdadigheidsnetwerk, schreven andere biologen onlangs in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Ecology & Evolution.
Spirituele knuffelnatuur
De studies die Simard deed, laten hooguit zien dat een voedingsstof na een reis door het schimmelnetwerk soms in een andere boom terechtkomt. Dat kan ook gewoon toeval zijn. Een duidelijk ik-heb-honger-signaal van één boom, dat via het schimmelwerk naar een andere boom reist, die vervolgens ook doneert, is nooit ontdekt.
Praatjes over een spirituele knuffelnatuur impliceren dat natuur pas het beschermen waard is als er vooral lieve dingen plaatsvinden. De keerzijde van die gedachte is dat we vervelende planten en dieren net zo goed kunnen laten uitsterven. Natuur is het beschermen waard omdat het natuur is: als je het vernietigt, is het voor altijd verdwenen. Voor dat besef heb je geen moederbomen nodig.
Deze column is ook te lezen in KIJK 5/2024.
Tekst: Ronald Veldhuizen
Beeld: Simon Wilkes/Unsplash