‘Ik vind dit het boeiendste onderzoek tot nu toe’

Laurien Onderwater

16 november 2023 15:00

Christine Mummery werkt met stamcelmodellen

Nederlands onderzoek behoort tot de wereldtop. Daarom laat KIJK-redacteur Laurien Onderwater je in deze rubriek kennismaken met een wetenschapper van eigen bodem. In deze laatste aflevering: Christine Mummery wil met stamcelmodellen nieuwe medicijnen ontdekken.

Christine Mummery
Christine Mummery

Als je op de site van de Universiteit Leiden het beknopte overzicht van Christine Mummery’s werk leest, kom je al snel tot de conclusie dat de 24 uren die een dag telt voor haar niet genoeg kunnen zijn. Mummery is hoogleraar ontwikkelingsbiologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), werkt als gasthoogleraar aan de Universiteit Twente, is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, geeft lezingen aan patiëntenorganisaties over stamcelonderzoek, is hoofdredacteur van het wetenschappelijke tijdschrift Stem Cell Reports én zit in de redactie van veel andere vakbladen. En al nadert ze haar pensioen, ze werkt nog altijd fulltime. “Ik ga nog niet stoppen.”

Lees ook van Onderwater Ondervraagt:

Wereldprimeur

De in Engeland geboren Mummery (ze heeft nu een Nederlands paspoort) studeerde natuurkunde aan de Universiteit van Nottingham en stak na haar promotie het Kanaal over. “Mijn Nederlandse vriend was de reden dat ik hier op zoek ging naar een baan. Die vond ik aan het Hubrecht Instituut in Utrecht, dat onderzoek doet op het gebied van ontwikkelingsbiologie, stamcellen in het bijzonder.”

Aan het Hubrecht Instituut maakte Mummery kennis met stamcellen uit muizenembryo’s, die zich tot elk type cel kunnen ontwikkelen. Enkele jaren later werd het ook mogelijk om onder strenge voorwaarden onderzoek te doen met stamcellen van menselijke embryo’s. Mummery ging ermee aan de slag en behaalde samen met haar team in 2001 een wereldprimeur. “We waren de eersten die kloppende hartcellen verkregen uit menselijke embryonale stamcellen. Voordat we erover gingen publiceren, wilde ik wel eerst checken of het echt om hartcellen ging. Dat deed ik door te meten – ik blijf een natuurkundige – of ze elektrische activiteit vertoonden, en dat deden ze.”

IPS-cellen lijken erg op embryonale stamcellen, maar zijn niet afkomstig van embryo’s

Mummery heeft het stamcelonderzoek sindsdien niet meer losgelaten. Wat haar werk lastig maakte, waren de ethische bezwaren die kleefden aan het gebruik van menselijke embryonale stamcellen. Een wetenschappelijke doorbraak in 2007 veranderde dat. “Ik werkte een jaar aan het Harvard Stem Cell Institute (HSCI) toen we hoorden dat het de Japanse wetenschapper Shinya Yamanaka was gelukt om zogeheten geïnduceerde pluripotente stamcellen, iPS-cellen, te maken. Dat zijn gespecialiseerde cellen, zoals die in de huid of het bloed, die zijn te herprogrammeren tot stamcellen die nog alles kunnen worden. Ze lijken dus erg op embryonale stamcellen, maar zijn niet afkomstig van embryo’s.” Yamanaka ontving hiervoor in 2012 samen met de Brit John Gurdon de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde.

Na die doorbraak besloot HSCI voortaan gebruik te maken van menselijke iPS-cellen. Het instituut slaagde er ook in die zelf te maken. Met die opgedane kennis keerde Mummery terug naar Utrecht. Daar introduceerde ze de geherprogrammeerde stamcellen in Nederland – wederom een primeur – en maakte er werkende hartcellen mee. Je raadt het al: ook daarin was ze de eerste van ons land.

Stamcelmodellen

Vlak na die wetenschappelijke mijlpaal besloot Mummery om voor het LUMC aan de slag te gaan. Nu verdeelt ze haar tijd over het LUMC en het Mirai House in Leiden, waar ook NecstGen zit, een van Europa’s grootste stamcelfaciliteiten. Nog altijd richt ze zich op hart en bloedvaten. Met menselijke volwassen stamcellen en iPS-cellen bestudeert ze onder meer de hartontwikkeling en hartziektes, en hoopt ze nieuwe medicijnen te ontdekken. Daarbij gaat Mummery op verschillende manieren te werk.

“In gezonde stamcellen van een persoon brengen we genetische mutaties aan om een ziek stamcelmodel te maken. Of we herprogrammeren hartcellen van mensen met een bepaalde aandoening, waardoor we iPS-cellen krijgen, en repareren het genfoutje. Met beide methodes hebben we uiteindelijk een gezonde cellijn als controle én stamcellen met ziektes, die op die ene mutatie na genetisch identiek aan elkaar zijn. Vervolgens laten we die stamcellen zich ontwikkelen tot hart- of vaatcellen. Dan kijken we of we bestaande medicijnen of stoffen kunnen vinden die de zieke cellen weer gezond maken. Zo kan een bestaand geneesmiddel een nieuw therapeutisch doel krijgen.”

Mummery noemt een voorbeeld. “We hebben met behulp van zo’n stamcelmodel ontdekt dat Softenon (dat in de jaren zestig aan zwangere vrouwen werd gegeven tegen ochtendmisselijkheid en resulteerde in mismaakte kinderen, red.) heel goed werkt tegen de ziekte van Rendu-Osler-Weber. Mensen met deze erfelijke aandoening krijgen snel interne bloedingen. Inmiddels zijn er enkele patiënten succesvol behandeld met Softenon. Maar omdat er ook bijwerkingen zijn, zoeken we naar alternatieven.”

hartcel
Door een stamcel uit te laten groeien tot een hartcel (zie foto) kan Christine Mummery onder andere de werking van medicijnen testen. © Richard Davis

Gepersonaliseerde medicijnen

Het klinkt als een prachtig streven: op stamcellen gebaseerde therapieën van het lab naar de patiënt brengen. Maar is dat voor de meesten niet onbetaalbaar? Mummery: “Nu krijgen bijvoorbeeld mensen met hartritmestoornissen bètablokkers voorgeschreven, ongeacht hun leeftijd, geslacht en etnische achtergrond, en het type ritmestoornis. Daardoor is lang niet elke patiënt geholpen met dit middel.”

En dat is ook ontzettend duur, vervolgt ze, want het medicijn is kostbaar. Bovendien lopen de zorgkosten van de nog niet genezen patiënt al snel hoog op. “Met onze stamcelmodellen willen we ontdekken waarom sommige mensen niet op een medicijn reageren, zodat we een variant kunnen maken die wél aanslaat.” Een vorm van personalized medicine die nog steeds kostbaar is, maar volgens Mummery op de lange termijn juist geld kan besparen. “Het is een politieke kwestie die we nog moeten oplossen. Voor nu richten we ons op die gepersonaliseerde medicijnaanpak. Overigens vind ik dit het boeiendste onderzoek waar ik me tot nu toe mee bezig heb gehouden.”

Deze Onderwater Ondervraagt staat ook in KIJK 10-2023, via onderstaande knop te bestellen.

Beeld: iStock/Getty Images


Meer Science