Ouderdom van de Maastrichtse steengroeve bepaald

Laurien Onderwater

31 maart 2022 13:30

Maastrichtse steengroeve

Belgische onderzoekers zijn er met nieuwe technieken voor het eerst in geslaagd vast te stellen wanneer kalksteenlagen en fossielen zijn gevormd in de Maastrichtse ENCI-groeve.

Vlakbij het centrum van Maastricht bevindt zich een kalksteengroeve waar de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) vanaf 1926 kalksteen won. Maar de mergelgroeve is niet alleen interessant voor de cementindustrie, paleontologen en geologen dalen maar wat graag af in deze immense krater op zoek naar fossiele resten die dateren van het Krijttijdperk. De ENCI-groeve is nu gesloten en sinds een paar jaar eigendom van Natuurmonumenten.

Samen met die organisatie en het Natuurhistorisch Museum Maastricht hebben wetenschappers van de Vrije Universiteit Brussel en de KU Leuven nu de miljoenen jaren oude gesteenten in de ENCI-groeve in kaart gebracht.

Lees ook:

Maashagedis

De bekendste fossiele vondsten uit de ENCI-groeve zijn die van mosasauriërs, of maashagedissen. Zo ontdekte amateur-paleontoloog Rudi Dortangs er in 1998 samen met paleontoloog John Jagt een grote, deels intacte schedel met een stuk ruggengraat. De overblijfselen waren van een toen nog onbekende mosasauriërsoort: Prognathodon saturator. De leeftijd van dit zeereptiel, en andere fossielen, was alleen nog niet bekend.

Het is de Belgische wetenschappers nu voor het eerst gelukt te bepalen hoe oud de verschillende kalksteenlagen en fossielen zijn. De kalksteenlagen werden gevormd in het laatste tijdperk van de dinosauriërs, 72,9 tot 66,0 miljoen jaar geleden, schrijven de onderzoekers in Newsletters on Stratigraphy. Een tijd waarin de streek nog een levendige onderwaterwereld was. Zeemonster P. saturator zou er tussen de 67,8 en 66,2 miljoen jaar geleden rondzwerven.

mosasaurus steengroeve
Schedel van mosasaurus Bèr uit de collectie van het Natuurhistorisch Museum Maastricht. © John Jagt

Hoe heeft het team die datering voor elkaar gekregen? We vroegen dit en nog maar aan Dennis Voeten, werkzaam als paleontoloog en geoloog aan de Zweedse Universiteit van Uppsala.

1) Is het echt de eerste keer dat de ouderdom van deze groeve is bepaald?

Dennis Voeten © ESRF

“De eerdere dateringen van de kalksteenlagen in de groeve waren naar geologische standaarden al redelijk nauwkeurig. Maar de auteurs waren zich ervan bewust dat er meer te halen was. Met de gebruikte methoden konden de verschillende gesteentelagen in groter detail gekarakteriseerd worden.”

“Door die samples te vergelijken met overeenkomstige lagen in andere landen konden ze nog beter gedateerd worden. Hiermee plaatsen de onderzoekers fossielen die in een specifieke laag gevonden zijn beter in de tijd. Als bijvoorbeeld eerst bekend was dat een 50 meter dikke gesteentelaag tussen de 68 en 66 miljoen jaar geleden gevormd was, konden alle lagen hierbinnen niet nauwkeuriger dan ‘tussen de 68 en 66 miljoen jaar oud’ gedateerd worden. Met de nieuwe techniek kan het team een specifiek meter dik laagje aanwijzen en zeggen dat dat 67,6 miljoen jaar oud is.”

2) En hoe hebben de onderzoekers dit eigenlijk gedaan?

“Het team nam voor dit onderzoek, over een geologische dikte van ongeveer 100 meter, elke 5 centimeter een monster en maten dat. Van deze monsters werd vervolgens de chemische samenstelling vastgesteld. Hierna bekeken de onderzoekers ook in welke verhoudingen de verschillende isotopen van zuurstof en koolstof voorkwamen. Hieruit kwamen curves die langs soortgelijke curves op andere locaties, zoals in Italië en Denemarken, gelegd konden worden. Op deze manier kon het team de dateringen invullen en verfijnen.”

3) Waarom was dit voorheen nog niet gelukt?

“De gebruikte methoden passen wetenschappers over de hele wereld toe om soortgelijk onderzoek mee uit te voeren. Maar de efficiëntie waarmee de analyses gedaan worden neemt snel toe, waarbij de kosten afnemen. Waar geologen vroeger doorgaans slechts enkele gesteentemonsters in een onderzoek meenamen, zijn er nu protocollen om meer materiaal in een kortere termijn te kunnen onderzoeken.”

Johan Vellekoop uit, die dit onderzoek tijdens zijn postdoc aan de Vrije Universiteit Brussel uitvoerde: “Dankzij dit onderzoek kunnen we meer leren over de ontwikkeling van het leven in de subtropische zeeën van Maastricht, miljoenen jaren geleden.”

Maar volgens Voeten reikt het nog veel verder dan dat. “Paleontologen zoals ikzelf zijn erg blij met deze nieuwe curves en kijken er naar uit dat dit op meerdere fossiel-houdende afzettingen zal worden toegepast. Immers, hoe nauwkeuriger de datering van een fossiel, hoe beter deze in de evolutionaire geschiedenis kan worden geplaatst.”

Bronnen: Newsletters on Stratigraphy, Vrije Universiteit Brussel,

Beeld: Pim Kaskes

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!