Veranderde pandemiestress de placenta van zwangere vrouwen?

June Ying van Dam

13 mei 2023 09:00

Pandemiestress verandert de placenta van zwangere vrouwen

Uit recent onderzoek blijkt dat stress bij zwangere vrouwen, ontstaan door de coronapandemie, invloed heeft op de groei en ontwikkeling van de placenta. Maar het lijkt geen effect te hebben op de baby.

De coronapandemie was een onrustige periode. We kregen te maken met social distancing, de angst om ernstig ziek te worden, financiële onzekerheid en nog veel meer stressfactoren. Het is al langer bekend dat de mentale gezondheid van zwangere vrouwen gevolgen kan hebben voor het ongeboren kind. Nu blijkt dat ook de pandemie hier een rol in heeft gespeeld. Dat schrijven wetenschappers van het Developing Brain Institute van het Children’s National Hospital (VS) in hun publicatie in Scientific Reports.

Lees ook:

Vitaal orgaan

De onderzoekers ontdekten dat verhoogde stress tijdens de coronapandemie invloed had op onder meer de structuur en textuur van de placenta in zwangere vrouwen. De placenta is een belangrijke verbinding tussen de moeder en het ongeboren kind. Tijdens de zwangerschap biedt dit tijdelijke orgaan zuurstof, voedingsstoffen en immunologische bescherming aan de zich ontwikkelende foetus. Volgens het onderzoek zouden de placenta’s van vrouwen die stress hadden door de pandemie bijvoorbeeld een groter volume hebben en dikker zijn.

Het onderzoeksteam bestudeerde zowel een groep van 63 vrouwen die zwanger werden tijdens de pandemie, als een controlegroep van 165 vrouwen die zijn bevallen voor maart 2020. Om de vorm en ontwikkeling van de placenta te meten, vroegen de onderzoekers MRI-scans van zwangere vrouwen op die los van dit onderzoek al een keer gemaakt waren. Daarnaast werden de stress- en depressieniveaus van de moeders gemeten via enquêtes.

Degenen die zwanger waren tijdens de pandemie bleken hoger te scoren in deze enquêtes dan de controlegroep. Bovendien lieten de MRI-gegevens veranderingen zien in de groei en de ontwikkeling van de placenta’s van deze vrouwen, vergeleken met die van zwangere vrouwen voor de pandemie. Volgens de onderzoekers lijken deze veranderingen verbonden aan symptomen van moederlijke stress en depressie.

Min of meer toeval

Hans Duvekot, gynaecoloog-perinatoloog bij het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis, is niet zo onder de indruk van deze studie. “In feite tonen de onderzoekers alleen maar aan dat er kleine (<10 procent) veranderingen zijn in placentavolume en -dikte als een vrouw meer stress heeft”, zegt hij. “Maar deze veranderingen kunnen niet goed worden verklaard.” Hij heeft de indruk dat de gegevens uit dit onderzoek min of meer bij toeval zijn gevonden, vertelt hij aan KIJK. “Als je namelijk veel data vergelijkt, vind je altijd wel verschillen.”

Eerder onderzoek toonde al aan dat de placenta zich aanpast aan negatieve veranderingen in de mentale gezondheid van de moeder. Verstoringen in de functie van de placenta kunnen daarbij een effect hebben op de hersenontwikkeling en het gedrag van het kind. Duvekot denkt niet dat daar sprake van is bij deze studie: “Uit dit onderzoek komt naar voren dat de veranderingen in de placenta geen enkel effect hebben op het geboortegewicht van de kinderen. Ik vraag me dus af wat we met die gevonden textuurverschillen moeten.”

Lange termijn

Daarnaast zijn de langetermijngevolgen van de veranderingen in de placenta voor de baby nog niet vastgesteld. Daar zijn de wetenschappers op dit moment mee bezig. Duvekot: “Ze willen onderzoeken wat de relatie is tussen zwangerschapsuitkomsten en de neurologische gezondheid van de kinderen. Ik verwacht niet dat daar iets uit gaat komen. Volgens mij spelen daar namelijk zoveel andere factoren in mee.”

Catherine Limperopoulos, directeur van het Developing Brain Institute en hoofd van dit onderzoek, is toch vastbesloten met haar vervolgonderzoek. Ze zal hierbij niet alleen naar de gevolgen kijken van pandemieën, maar ook van natuurlijke rampen en andere stressvolle gebeurtenissen. Ze is ervan overtuigd dat moederlijke stress zeker behandeld kan worden wanneer het vroeg wordt herkend. Volgens haar kunnen vrouwen dan geholpen worden met “psychotherapie, sociale steun, en andere gepersonaliseerde, wetenschappelijk onderbouwde behandelingen”.  

Bronnen: Scientific Reports, Children’s National Hospital via EurekAlert!, Hans Duvekot (Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis)

Beeld: Pixlr/Heather Mount

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!